De Hérault, de mediterrane haven waar ik in mijn kindertijd elke zomer ongeduldig in een grijze tgv naartoe raasde, is met zijn ruige natuur, middeleeuwse dorpjes, bruisend Montpellier en Languedoc-wijnen een spektakel voor je zintuigen.
odra mijn agenda het toelaat, zak ik nog steeds graag af naar dit Zuid-Franse departement, waar in zijn slaperige dorpjes de tijd lijkt stil te staan. Toegegeven: ik ben bevooroordeeld. Dat doe ik niet alleen omdat ik er mijn familie bezoek en ik zelf een halve Occitan ben, maar ook uit liefde voor de streek. In de lijst van meestbezochte Franse departementen staan steevast in de top twee de Alpes-Maritimes en de Bouches-du-Rhône, waar de respectievelijke hoofdsteden Nice en Marseille al eeuwenlang de voeten baden in de Middellandse Zee. Het is bijna voldoende om hun zusje Hérault in het hart van de Languedoc, kloppend tussen de Catalaanse Pyreneeën en de Camargue, over het hoofd te zien. Bijna, want ook hier brengen vakantiegangers hele middagen door onder hun strandparasol of kuieren wandelaars door wijngaarden en middeleeuwse dorpen, op zoek naar verkoeling. Ook hier tjirpen krekels unisono tot diep in de nacht.
De Hérault doet denken aan een halfrond amfitheater dat uitgeeft op de Middellandse Zee. Naar die analogie strekt de arena vanuit het vlakke en door wind geteisterde zuidwesten tot de savannen van het zuidoosten. Daar, op enkele kilometers van de Camargue, stuit je algauw op Montpellier. In deze studentenstad torenen de cipressen hoog boven de binnenplaatsen van 19de-eeuwse herenhuizen en stallen marktkramers vers gevangen zeeslakken uit in de Halles Castellane. In elk zijstraatje in het historische centrum lijken wel cafeetjes op te duiken waar jongeren de lippen zetten aan een espresso of een pastis. Maar als de mediterrane stad eenmaal in je achteruitkijkspiegel verdwijnt, vind je op minder dan een uur rijden langs de kustlijn de havenstad Sète. Verwacht hier geen Venetië van de Languedoc. Nee, deze kleine stad aan de voet van een kalksteenheuvel toont zich soms wat pokdalig door het vreemde stukje brutalistische architectuur dat door de jaren heen in opdracht van een aantal communistische burgemeesters gebouwd werd. Wat reizigers hier doet terugkeren, is zijn onweerstaanbare zelfvertrouwen. Sète zoekt geen goedkeuring van de buitenwereld, maar als je hun stad ‘begrijpt’, ontvangen de Sétois je met open armen. De schoonheid ligt hier in de inborst, de kanalen, de alomtegenwoordigheid van de zee en het zicht op de Mont Saint-Clair, die over de vissersboten waakt.
Sète is bovendien de eindbestemming van de Canal du Midi, het kunstwerk dat de stad verbindt met Toulouse, de Middellandse Zee en de Atlantische Oceaan. Onder meer de Romeinen en Karel de Grote droomden er al van de twee watermassa’s te verbinden, maar het 360 kilometer lange netwerk werd pas tussen 1667 en 1694 uitgegraven – een technisch hoogstandje. ‘Het is een van de opmerkelijkste prestaties van de civiele techniek in de moderne tijd’, aldus de Unesco. Een reden te meer dus om er een boot te huren en de waterweg richting Béziers af te varen. De uitzichten vanaf het water zijn verbluffend: sluizen, aquaducten, bruggen, weilanden en wijngaarden. Je bent onmiskenbaar in de Languedoc. Overal werpen platanen hun schaduw op de oever. Bij elke meter die de boot wint, op 50 kilometer van Sète, rijst de klokkentoren van de kathedraal Saint-Nazaire op uit de stadsmuren van Béziers. Het Canal legt je een ritme op – of je nu vaart, fietst of wandelt. Hier bepaalt de tijd het levenstempo niet.
Zodra je verder landinwaarts trekt, maken de Haussmann-
wijken plaats voor vetplanten en struikgewas die over kalksteenlagen klimmen. Op een halfuur rijden van Béziers duikt Pézenas op. Omdat Molière er ooit verbleef, aarzelden de ‘Piscénois’ geen seconde om hun stad te promoveren tot La ville de Molière. Niet verwonderlijk dus dat naast Le Grand Hôtel Molière ook straten, bakkers, cafés en theaters naar hem vernoemd zijn. In de oude wijk schurken de herenhuizen al eeuwen tegen elkaar en overal tref je antiekwinkels en galeries aan. ’s Avonds vindt de geur van versbereide vis en zeevruchten door smalle stegen de kortste weg naar de neus. Maar zaterdagochtend ontwaakt de kunststad pas echt. Dan stelt een honderdtal marktkramers hun kraampje op – een vast ritueel sinds 1434.
Wie zijn weg vervolgt, laat zich het best door de Hérault-rivier leiden naar Saint-Guilhem-le-Désert, een kloosterdorp gebouwd rond de benedictijnse abdij van Gellone. Dit dorp aan de voet van kalkstenen kliffen is door de eeuwen heen uitgegroeid tot een bedevaartsoord en de abdij werd werelderfgoed. Gelegen aan de Gorges de l’Hérault vormt de plek een frisse oase te midden van de droge garrigue. Ideaal voor een duik of een kanotocht. En dat op minder dan een uur rijden van Montpellier.
Maar keer niet terug naar de kuststad. Wend je blik naar het westen en ga via Route D906 naar het middengebergte van de Haut-Languedoc. Of de tribune van het amfitheater, zo je wilt. Onderweg wijkt de geur van cipressen en lavendel langzaam voor die van beuken en naaldbomen. Dan gaat het traag omhoog richting de Mont Caroux, die voor je opdoemt. Daar bevindt zich de loge waar het spektakel van de Hérault zich op 1.090 meter hoogte aan je voeten afspeelt.
ETEN EN DRINKEN
Ontbijt in Montpellier zeker eens op de Place de la Comédie, in de schaduw van het 19de-eeuwse operagebouw. Stop voor een drankje op de Place de la Canourgue en lunch op de Place Sainte-Anne, waar het ene charmante terrasje na het andere op je wacht. Elke zomer vinden de ‘Nuits de Sainte-Anne’ er plaats, een avond vol muziekconcerten. Bourgondiërs vinden hun heil in de markthal Halles Castellane voor artisanale streekproducten en wijn. Voor een gastronomische avond raden locals het restaurant Terminal#1 aan van de vermaarde chefs Jacques en Laurent Pourcel.
Inwoners van Sète raden aan om verse vis en schelpdieren te eten langs het Canal Royal, waar de restaurants elkaar verdringen. Neem een tafel op een van de terrasjes en je hebt de perfecte plaats om la vie sétoise gade te slaan. Alle plekken langs de Quai de la Résistance en Quai Général Durand kun je met een gerust hart binnengaan.
Info
SHOPPEN
Fashionista's in Montpellier shoppen in de wijk Saint-Roch. Liefhebbers van antiek en schilderijtjes begeven zich naar Pézenas. Voor wijnliefhebbers is de Château Paul Mas een bezoekje waard. Tussen Montpellier en Pézenas vind je er wijngaarden, een mooi assortiment aan wijnen en een prachtig kasteel.
Ga ook eens naar Les Halles in Béziers, een overdekte markt in het stadscentrum. Je vindt er bakkers, banketbakkers, kaasmakers, slagers, viswinkels, groenteboeren, delicatessenwinkels, bars, cafés, wijnhandelaren ... Wat wil je meer?
Info
LOGEREN
Wil je een voorproefje van hoe de notabelen van Sète vroeger leefden? Logeer dan in het 19de-eeuwse Grand Hotel, dat waardig aan het hoofdkanaal oprijst. Ga ’s avonds eten in Paris Méditerranée, een bistro weg van de drukte. Het beste schelpdierenrestaurant van Sète is Les Demoiselles Dupuy, een restaurant gerund door een familie die al generaties lang oesters en mosselen kweekt in de lagune van Thau. Wie een modernere inrichting verkiest, raden we Hôtel de Paris in Sète aan. Logeer in Béziers in L’Hôtel Particulier, een gerenoveerd 19de-eeuws herenhuis. Terrasjes vind je in overvloed op de Allées Paul Riquet. Ook bevelen wij je de B&B Mas de l'Ermitage aan, op een authentiek wijndomein.
Info