Terug naar overzicht

Alghero: een Catalaanse enclave op Sardinië

Mogen wij jou een goedbewaard geheim aan de hand doen? Alghero, een van de mooiste en grootste steden op Sardinië, heeft alles wat je je wensen kunt. En de stad laat zich ook voortreffelijk samenvatten in drie woorden: la dolce vita.

  • TekstFilip Michiels

Flaneren met uitzicht op de glinsterende Middellandse Zee, hier en daar een praatje maken en op een terrasje genieten van een deugddoende spritz of pittige negroni. Al van bij onze aankomst in Sardinië viel het ons op: de Sardijnen gaan even gedisciplineerd als ontspannen om met de coronacrisis. Overal dragen obers consequent een mondmasker – niet op de kin maar netjes over mond en neus – en op de stoep bij de bakker wacht iedereen geduldig zijn beurt af. Tegelijk lijkt het virus de levensvreugde van de Sardijnen niet klein te krijgen: het hele eiland ademt gewoonweg dolce far niente uit. 

‘Klein Barcelona’ – zoals Alghero ook weleens genoemd wordt – is een even mooie als merkwaardige kuststad in de noordwestelijke uithoek van Sardinië. Ze werd lange tijd gekoloniseerd door de Catalanen, en tot vandaag zijn de meeste straatnaambordjes er tweetalig Catalaans-Italiaans en spreken vele Algheri nog een oud Catalaans dialect. De stad werd halfweg de 14de eeuw veroverd door de Catalanen en Aragonezen. Toen de lokale bevolking zich bleef verzetten tegen deze overheersers, werd een deel ervan gedeporteerd en vervangen door Catalaanse kolonisten. ­Zo kreeg het Catalaans er voet aan de grond, en tot vandaag draagt de stad nog altijd de bijnaam ‘Klein Barcelona’. Alghero doet veel meer denken aan Gerona dan aan pakweg Bologna, en hier en daar merkten we zelfs de typische Catalaanse onafhankelijkheidsvlag op in het straatbeeld. 

Bountystranden

De kilometerslange stadswallen – af en toe onderbroken door imposante wachttorens en bastions – getuigen van een felbevochten geschiedenis, en vooral ’s avonds is het er heerlijk rondslenteren in de nauwe en sfeervolle straatjes. Zowel op de wallen als in de binnenstad krioelt het van de sfeervolle trattoria’s, het winkelaanbod is behoorlijk uitgebreid en de stad kan pronken met een paar fraaie palazzo’s en prachtige historische gevels. En, minstens even belangrijk voor wie ook op zoek is naar een verkwikkende portie zon en zee: aan uitgestrekte en vaak ook heel mooie zandstranden is er allerminst gebrek. Toegegeven, vlak bij de oude stad hebben die vaak een geurtje, met dank aan een indrukwekkende hoeveelheid droge algen langs de waterlijn. Maar even ten noorden van de moderne stad ontdek je meteen waarom Sardinië zich met recht en reden op de mooiste stranden van Europa beroept. De Spiaggia Maria Pia ligt op wandelafstand van het centrum, en het brede strand en smaragdgroene water worden er omzoomd door een prachtige pijnbomenstrook. Iets verder buiten het centrum zijn ook de stranden Le Bombarde en Lazzaretto meer dan de moeite waard.

Beschik je over een auto, dan moet je beslist eens een halfuurtje noordwaarts rijden. Op de Spiaggia La Pelosa, vlak bij Stintino, waan je je moeiteloos op een Caraïbisch eiland. Een hagelwit strand, ondiep en turquoise water en als toetje een oude Saraceense toren die uit de zee lijkt op te rijzen. Veel perfecter wordt het plaatje niet, en het is dan ook geen toeval dat op dit ‘bountystrand’ vaak reclamefilmpjes worden opgenomen die geacht worden zich in veel zuidelijker oorden af te spelen. ­Waarschuwing: dit strand is betalend en zonder rieten strandmatje – om het kostbare zand te beschermen tegen erosie – kom je er niet op. Twee opzichters in een olijfgroen uniformpje struinen de godganse dag het strand af op zoek naar zondaars, en ze nemen hun taak behoorlijk serieus. Zeg niet dat we je niet verwittigd hebben.

Liederlijke ontspanning

Wij troffen in Alghero – tot onze grote vreugde – vooral veel Italiaanse toeristen aan. Niet zo vreemd, want Sardinië is al decennialang een van de favoriete vakantiebestemmingen van de Italianen. Vooral de wat protserige Costa Smeralda in het noordoosten scoort bijzonder goed. 
Ook ene ­Silvio ­Berlusconi was er jarenlang kind aan huis. Doorgaans in schaars gekleed gezelschap, maar dat hebben we van ­horen zeggen.
Dankzij het zuidelijke klimaat leent het eiland zich ook perfect tot een herfst- of wintertrip, en voor wie op zoek is naar nog wat warmte en een wintervoorraad vitamine C en D, is Alghero een vlot bereikbare en perfecte ­uitvalsbasis. Vlak bij de stad kun je vanaf de Capo Caccia, via een ­prachtige maar soms behoorlijke steil afdalende trap in de rotsen (654 treden!), afdalen naar de Grotta di Nettuno. 
Ruim 500 meter diep, en goed voor een begeleide ­wandeling door prachtige druipsteenlandschappen. 

Wie die steile afdaling met uitzicht op de felblauwe zee niet meteen ziet zitten, kan ook gewoon een bootexcursie naar de grot boeken vanuit het sfeervolle haventje van Alghero. Na al dat klauteren en wandelen ben je wellicht aan een iets liederlijker vorm van ontspanning toe, en kijk, enkele ­kilometers buiten de stad brengt het uitgestrekte ­wijn­domein Sella & Mosca prompt redding. Sardinië heeft een eeuwenoude wijnbouwtraditie – vooral de rode en volle cannonau is best te pruimen – en dit wijngoed behoort tot de absolute top op het eiland. ­Rondleidingen zijn gratis, proeven kan uiteraard ook.

Bosa, een juweel van een stad

Wie Alghero zuidwaarts uit rijdt, belandt haast meteen in een wild berglandschap, waarna zich om de haverklap een weergaloos panorama over het eindeloze blauw ontvouwt. Goed drie kwartier rijden verderop ruimen die rotsen plaats voor een smalle inham die zich enkele kilometers diep het land inboort. En daar, tussen de wijnranken en de citrusbomen aan de oever van de Temo, doemt Bosa op. Een juweel van een stadje met huizen in warme okertinten, netjes in terrasvorm opgestapeld tegen de helling. De corso – de hoofdstraat, zeg maar – ligt er in de namiddag nog wat slaperig bij, maar de prachtige historische gevels getuigen van het rijke verleden van Bosa. Wie de zijstraatjes induikt en zich aan de klim omhoog in de richting van de oude burcht waagt, wordt een kwartiertje en een slordige halve emmer zweet later beloond met een fraai uitzicht op het Sardijnse binnenland. Zeiden we al dat Alghero écht de moeite waard is?

Praktisch

De kleine, maar heel moderne luchthaven van Alghero ligt op zes kilometer van het centrum. 
Elk uur rijden er bussen van en naar de luchthaven. Je kunt er ook een auto huren; parkeren net buiten het oude stadscentrum kan in Alghero nog altijd gratis.

Ryanair vliegt (in normale tijden) tweemaal per week naar Alghero, rechtstreeks vanuit Charleroi.

Airbnb heeft een behoorlijk uitgebreid aanbod in of net buiten het stadscentrum van de stad. Heb je een auto, dan is een van de in volle natuur gelegen agriturismi buiten de stad beslist ook een optie.

Volg ons op Instagram

Volg @goodbyemag voor leuke tips en bloedmooie vakantie hotspots!

volg ons

Abonneer voordelig!

  • reisreportages over de mooiste vakantiebestemmingen
  • de knapste logeeradressen en lekkerste adresjes
  • tientallen tips voor een vakantie dichtbij of ver weg

abonneer

Deze website maakt gebruik van verschillende type cookies. Hier vind je meer informatie. Akkoord