De Aveyron: Luxueus logeren in Zuid-Frankrijk

Scroll naar beneden

Een reis naar het zuiden van Frankrijk staat gelijk aan genieten van het weer, de natuur en de heerlijke Franse keuken. En als je er toch bent, waarom dan niet logeren in een van de vele mooie kant-en-klare huisjes waar een hele familie in terecht kan?

  • Jonathan Ramael
    Tekst & foto'sJonathan Ramael

Voor aanvang een kleine bekentenis: mijn Frans is niet meteen om over naar huis te schrijven. Als ik bij de bakker om een brood moet red ik me wel, maar diepe conversaties over het leven hoef je van mij en français niet te verwachten. Voor een reisjournalist is dat waarschijnlijk schandalig, maar wat doet een mens er op zijn 35ste nog aan? Op school was het al m’n slechtste vak en aan een Frans lief om het van te leren ben ik nooit geraakt. Deze licht mentale handicap maakt van een reis naar La Douce France voor mij altijd een beetje een beproeving. Te meer omdat het concept andere talen spreken het gros van de rurale Fransen boven de veertig compleet onbekend is. Toen ik zo'n acht jaar geleden tijdens mijn eerste reportage in Deux-Sèvres om wat uitleg bij een term vroeg bij iemand die al twintig jaar op de toeristische dienst werkte, antwoordde die zonder verpinken: "Mais non, vous devez apprendre le français hein!” Zou Napoleon alsnog de slag om Waterloo hebben gewonnen? Het leek alvast van wel. Ik stond een seconde of twee perplex en haalde vervolgens m’n schouders op terwijl ik me afvroeg hoe men daar toeristen ontvangt die echt geen woord Frans spreken.

Los van mijn persoonlijke taalstrijd is het land uiteraard fantastisch. De landschappen zijn er prachtig, de lokale diversiteit enorm, het eten is heerlijk, de wijn vloeit er in sloten, de steden zijn er wild en bruisend, en de vrouwen naar het schijnt ook. Toen men me vroeg of ik zin had om met een paar journalistieke collega’s enkele luxe-gîtes in de Aveyron te gaan uittesten hoefde ik niet erg lang na te denken. In die Aveyron valt namelijk wel het een en ander te zien. Het is het grootste departement van Frankrijk en ligt in het hart van de Midi-Pyrénées. De Tarn schuurde er indrukwekkende kloven door het landschap, waardoor vele kleine dorpjes er als zwaluwnesten tegen de rotswand lijken te plakken. Ook de Aubrac – een quasi lege, groene woestenij bekend om zijn fotogenieke koeien – ligt deels over dit departement uitgespreid. Het is een streek van kleine gemeenschappen en lokale producten, van verbluffende vista’s en mooie zonsondergangen. Een bestemming waar de geschiedenis voor het rapen ligt en de burgemeester nog voor het leven benoemd lijkt. Kortom: een plek voor mensen die al eens van het leven durven te genieten. Al bij aanvang van de reis lachte het geluk me toe. Een lid van ons illustere gezelschap bleek tot mijn opluchting perfect tweetaling opgevoed, wat me meteen een persoonlijke tolk opleverde. Eindelijk zal ik tot in de kleinste details begrijpen wat de derde lokale gids van de dag precies te vertellen heeft over die stenen waterput uit de middelleeuwen, of over wat voor soort mortel men gebruikte tijdens het zetten van de schoorsteen van een specifiek soort hoeve uit de 15e eeuw. Mijn notitieboekje ligt alvast klaar.

Reizen met een volle maag

De eerste gîte van de trip zag er alvast veelbelovend uit. Villas de Labro bestaat uit een aantal moderne huisjes op een domein dat uitkijkt op het stadje Espalion. Elk huis heeft een privézwembad, een verwarmde buitenjacuzzi met discolichtjes voor wanneer het romantisch moet zijn en genoeg privacy om die romantiek vervolgens ook discreet te kunnen houden. Op tafel stond een aantal flessen wijn te wachten, en de ijskast bleek gevuld met lokale lekkernijen. Het beloofde een aangename avond te worden. Espalion zelf – een historische stop op de pelgrimsroute naar Compostella – is ook zeker de moeite van een bezoek waard, al zat er geen diepgaande exploratie in. Een geleide groepspersreis naar het zuiden van Frankrijk bestaat traditioneel immers voornamelijk uit urenlang gigantische hoeveelheden lekker eten naar binnen werken, tot zowel lichaam als geest het door de uitgebreide vreetsessies finaal voor bekeken houden. Daadwerkelijk de streek zelf verkennen lijkt hier soms niet meer dan een tof extraatje. Toch valt er heel wat te bekijken. Het dorp zelf staat vol oude huizen met houten balkons, en de Lot die er door het centrum stroomt wordt overspannen door een paar mooie oude bruggen, waarvan er eentje zelfs werelderfgoed is. Hoog boven dit alles kijkt een kasteelruïne vanop een heuvel over het landschap uit. In Espalion kan je ook een workshop bezoeken waar men de bekende Laguiole-messen nog met de hand afwerkt. In de toonbank liggen een aantal absolute pareltjes te blinken: kunstwerkjes uit hout en staal. Voor zo’n mes betaal je al snel een paar honderd euro, maar je schilt er je patatten wel in stijl mee. Dat dan weer wel.

Vlakbij Espalion vind je Bozouls: een ander mooi dorpje dat langs de kronkel van een indrukwekkende canyon ligt uitgespreid. In het midden van de kloof – waarin je overigens helemaal kan afdalen – staan op een rotseiland nog een aantal gebouwen recht, waaronder een oud kerkje. Het geheel zorgt voor een indrukwekkend panorama, zeker als de zon al wat lager staat. Het uitkijkplatform dat deels over de klif werd gebouwd, kan indien gewenst ook gebruikt worden als handige springplank van waarop gefrustreerde Amerikaanse toeristen die net voor de tiende keer tevergeefs de weg probeerden vragen zich rechtstreeks in de diepte kunnen storten.

Valse schimmelkaas in Roquefort

De volgende dag begint vroeg met een bezoekje aan Roquefort: een tegen een steile rots aangebouwd dorp dat – duh – vooral bekend staat om z’n kazen. Voor kaasfanaten is Roquefort een delicatesse, voor haters is de pittige witte kaas een van de ergste die je ze kan voorschotelen. Het maken van Roquefort werd hier honderden jaren geleden – in de grotten rondom – per toeval door een anonieme herder ontdekt. Na een lange en vermoeiende dag schaapjes tellen in de lentezon, zat de jongeman in de schaduw van een grotingang te genieten van een broodje kaas. Plots zag hij in de verte een herderinnetje opduiken. Op slag verliefd vergat hij z’n lunch in de grot en zette hij – met een middeleeuwse broek vol goesting – de achtervolging in. Toen hij weken later zijn spullen kwam ophalen, trof hij ook het broodje weer aan. Omdat de gemiddelde grot destijds niet over een koelkast beschikte zat het ding helemaal onder de schimmel. Maar gezien de liefde van de man ook toen al door de maag ging, besloot hij om met een rommelend buikje toch een hap uit te wagen. Et voilà: in plaats van gruwelijk te sterven aan een acute voedselvergiftiging vond hij zonder het te beseffen Roquefortkaas uit. Ook vandaag wordt de kaas nog op dezelfde plek gemaakt, door er zorgvuldig gefabriceerde en gekweekte schimmels aan toe te voegen en hem dan in de grotten te laten rijpen. Je kan er zelfs een interessante ondergrondse wandeling boeken. Helaas schimmelkaas kwamen wij net buiten het seizoen een kijkje nemen. De schapen gaan dan aan het lammeren, en dus wordt er even niets geproduceerd. De rijen en rijen kaaswielen die alsnog de opslagkelder vulden bleken dan ook nep en van piepschuim. Wat een deceptie. Zelfs kaas valt tegenwoordig niet te vertrouwen. Fake news!

Die avond sliepen we in de mooiste gîte van de trip – perfect om even op adem te komen. Castel d’Alzac is een kasteeltje uit de vijftiende eeuw dat helemaal werd omgebouwd en gemoderniseerd, zonder al te veel aan de historische setting te morrelen. Het biedt nu een aantal leuk ontworpen familiekamers, uitgerust met alle comfort en faciliteiten. Ook hier stond buiten weer een jacuzzi op ons te wachten. Die avond zou ik, bubbelend in het water met een glas rode wijn in de hand, uitkijken over een door velden omringd dorpje dat door de ondergaande zon in tinten van oranje werd beschilderd. Er zijn ergere dingen in het leven.

Handschoenen naaien in Millau

De volgende morgen bracht ons tot in het gezellige Millau: een stadje dat begin deze eeuw plots wereldberoemd werd door het gelijknamige viaduct dat er naast werd gebouwd en de vallei overspant. De autosnelweg tussen Parijs en Montpellier loopt erover, en het bouwsel wordt geregeld genoemd in lijsten van de grootste bouwkundige verwezenlijkingen aller tijden. Met een hoogte van 343 meter op het diepste punt van het dal is het dan ook de hoogste brug ter wereld. Vreemd genoeg merk je daar eigenlijk weinig van als je er zelf overrijdt. Het viaduct valt – net zoals wilde dieren en schoonmoeders – het best te bewonderen vanop afstand. Millau zelf is met zo’n 20.000 inwoners iets kleinschaliger. Wij arriveerden er op de wekelijkse marktdag, in een kleurrijk en aangenaam druk centrum. Vlakbij de markt ligt de Notre Dame de l'Espinasse: een gezellig kerkje met mooie fresco’s op de gewelven. Na nog maar eens een uitgebreide lunch, brachten we een bezoek aan Maison Fabre. Hier maakt men al bijna honderd jaar handgemaakte luxehandschoenen die over de hele wereld worden verkocht. De workshop waar alles geproduceerd wordt, ligt in hetzelfde gebouw als de winkel. Wie wil, kan er een tour boeken. Wij kregen er een rondleiding van Olivier Fabre zelf, die gepassioneerd het hele fabricageproces uit de doeken deed. Wat is het fascinerend om in een wereld van industriële wegwerpproducten een vijftal kokette dametjes de hele output van een bedrijf van begin tot einde te zien afwerken. Handschoen per handschoen, met oog voor elk miniem detail. Zo weet je meteen waarvoor je betaalt.

Cruisen door de Gorges du Tarn

De laatste gîte van onze trip lag vlakbij de Tarn, net buiten het piepkleine dorpje Mostuéjouls. Je wordt er wakker in de natuur met een prachtuitzicht op de gorges. Dandelion Gîte & Spa biedt alle te verwachten ruimte en comfort, maar ziet er iets minder design uit dan de vorige twee locaties. Dat komt voornamelijk omdat alles van de grond af werd opgebouwd en in elkaar getimmerd door één enkele dorpsbewoner die er z’n levenswerk van maakte. Een huzarenstukje waar ik mezelf niet onmiddellijk aan zie beginnen. De kleuren in de kamers mogen dan al eens vloeken, maar het is ruim genoeg voor een uitgebreide groep gasten, en op de eerste verdieping staat een bubbelbad zo groot dat je er een halve voetbalploeg in kwijt kan. Eten deden we in het dorp zelf. Het kleine Mostuéjouls beschikt immers over een verbazend verfijnd restaurant. La Calquière biedt al het beste van de Franse keuken en de bediening was top. Met voorsprong het beste dat ik de hele trip te eten kreeg. Ook de wijnen waren geweldig. Zo geweldig zelfs, dat ik later op de avond mocht vaststellen dat ook m’n gsm z’n plekje in het bubbelbad gevonden had. Kletsnat en op de bodem. Soms moet je de technologie even kunnen loslaten op reis.

De volgende morgen – de laatste dag van onze trip – kon ik eindelijk een chauffeur op de kop tikken voor een individuele verkenning van de Gorges du Tarn. Wat een heerlijk gebied om door te rijden. De weg slingert zich langs de kloven heen en achter elke bocht opent zich een nieuw panorama. Kleine omwalde kerkjes te midden van appelgaarden rijp voor de oogst, dichte bossen die zich tegen de rotsen omhoog werpen, piepkleine gehuchten van een paar huizen die zich op schijnbaar onmogelijke plekken tegen de klif bevinden – ga daar op zondag maar eens naar de bakker – en in de diepte de glinsterende rivier zelf. Dit is een stukje Frankrijk waar de mens zich grotendeels heeft aangepast aan de grillen van de natuur in plaats van andersom. Een zomervakantie met de auto moet hier fantastisch zijn. Van dorp naar dorp rijden, tussendoor van de omgeving genieten, en ’s avonds een gezellige B&B boeken en eten in het plaatselijke restaurant. Gewoon even relaxen en aan niets anders denken dan aan wat er achter de volgende bocht zou kunnen liggen. Misschien moet ik het volgende keer zo maar eens doen. Met m’n eigen wagen en een woordenboekje in de aanslag. En ’s middags als lunch een simpel broodje. Wie weet vind ik wel een nieuwe kaassoort uit als ik het ergens vergeet.  

Praktisch 

Erheen
Goodbye vloog met Ryanair vanuit Charleroi naar Toulouse, en vertrok weer naar huis via Montpellier. Ryanair vliegt dagelijks naar Toulouse en drie keer per week naar Montpellier. Voor meer informatie, check www.ryanair.com

De gîtes
Goodbye verbleef tijdens de trip in de volgende drie gîtes:

Villas de Labro, Espalion: www.villas-labro.fr
Castel d’Alzac, Saint-Jean-d’Alcapiès: www.casteldalzac.com
Dandelion Gîte & Spa, Mostuéjouls: www.lesoleilo.com

Meer info
Bezoek voor meer informatie over de Aveyron de officiële website: www.tourisme-aveyron.com.

Volg ons op Instagram

Volg @goodbyemag voor leuke tips en bloedmooie vakantie hotspots!

volg ons

Abonneer voordelig!

  • reisreportages over de mooiste vakantiebestemmingen
  • de knapste logeeradressen en lekkerste adresjes
  • tientallen tips voor een vakantie dichtbij of ver weg

abonneer

Deze website maakt gebruik van verschillende type cookies. Hier vind je meer informatie. Akkoord