Ierland: op avontuur langs de Wild Atlantic Way

Scroll naar beneden

In Ierland valt meer te bezoeken dan Dublin. De iconische Wild Atlantic Way loopt er honderden kilometers langs de oceaan en doet onderweg een aantal van de mooiste plekken van ruraal Ierland aan. Perfect materiaal voor een geweldige road trip.

  • Jonathan Ramael
    Tekst & foto'sJonathan Ramael

Ierland is groter dan het lijkt. Vier uur deed ik er over om met m’n huurauto (een Skoda Fabia – living the dream) van Dublin Airport naar de westkust te rijden. Links rijden – voor mij de eerste keer – went snel. Het inschatten van de nieuwe dimensies van de wagen vergt de grootste aanpassing, maar na één keer een borduurtje te hebben geraakt, let ik wel op. De komende week zal ik een deel van de befaamde Wild Atlantic Way verkennen, die van zuid naar noord voorbij grillige kustlijnen, quasi ongerept natuurgebied en gezellige dorpjes langs de oceaan slingert. M’n startpunt is Loop Head: een schiereiland in het zuiden van het Graafschap Clare waar je met wat geluk dolfijnen kan spotten. Wie tot aan de vuurtoren op het uiterste punt rijdt, kan op een heldere dag tientallen kilometers ver de zee in kijken tot aan de Araneilanden. Jammer genoeg is het weer vandaag m’n vriend niet. De regen geselt m’n gezicht en de jagende wind doet z’n uiterste best me een nadere kijk te bieden op de bodem van de kliffen die honderd meter onder me de woeste zee in storten.

Ik sta moederziel alleen in de afgrond te turen. Het postkaartuitzicht zit er niet meteen in, maar gebukt onder de storm toont het landschap zich nog krachtiger. De vuurtoren – vandaag gesloten: geen kopje troost – staat er niet voor niets. Het moeten bonkige kerels geweest zijn, die in deze omstandigheden hun schip de haven in moesten loodsen. M’n ruitenwissers kloppen overuren terwijl ik over een kronkelend baantje richting het kustdorp Miltown Malbay rijd, waar ik me in de Irish pub naast m’n hotel verwarm aan een hartig maal en een Guinness. Aan de muur hangt een kadertje dat de martelaren van de Ierse revolutie herdenkt. Het regent, er staat een stout voor m’n neus en de Engelsen worden openlijk veracht. Ierser dan dit wordt het niet. Wanneer ik later uit m’n kamerraam kijk, blijkt de oceaan zo goed als in m’n tuin te liggen. Terwijl de avond over de branding valt, droom ik van beter weer. Niet alle dromen zijn bedrog.

De rauwe natuur van County Clare

Na een vroeg ontbijt – warme scones met confituur – blijken de weergoden me gunstiger gezind. De regen is verleden tijd en hier en daar klaart het voorzichtig op. Vandaag staat het buitenaardse landschap van The Burren op het programma, dat over 300km2 in diepe groeven uit de rotsgrond werd geschraapt door de gletsjers van de laatste ijstijd. Ondanks het wat onherbergzame uitzicht settelden zich hier al vroeg mensen. Getuige daarvan zijn de vele historische sites die vaak vrij te bezoeken zijn en waarvan er heel wat uit het stenen tijdperk stammen. Rijden is hier heerlijk. Alle wegen zijn afgelijnd met natuurstenen muurtjes en tegenliggers zijn zo goed als onbestaande. Wie zich aan de hoofdwegen houdt, komt bijna vanzelf allerlei interessante stops tegen: vervallen kastelen (vanzelfsprekend spokend, zoals elk meer dan twee maanden leegstaand pand op de Britse eilanden), eeuwenoude kerkhoven, middeleeuwse forten, hele grottenstelsels en zelfs neolithische tombes zoals de populaire Poulnabrone Dolmen. Wie het allemaal wat avontuurlijker wil, moet af en toe een onbenoemd zijwegeltje in. Na een paar minuten valt de beschaving weg en is er enkel nog het rustgevende geritsel van de natuur.

Vanuit Ballyvaughan in het noorden van The Burren rij ik in de late namiddag langs de kust weer omlaag via de Black Head Coastal Road (R477). De panorama’s langs de weg zijn fenomenaal. Rechts van me grazen wollige koeien op weiden afgebakend door de zee; links rijzen donkere bergen op, nog glimmend van de regen van gisteren. Een uur rijden en veel foto’s later kom ik aan in het bezoekerscentrum van de Cliffs of Moher: een van de populairste natuurlijke attracties van het land. Indrukwekkend is hier een understatement. De kliffen lijken eindeloos lang door te lopen en toornen soms tot 200 meter boven de beukende golven uit. Rond het bezoekerscentrum is alles veilig afgebakend met een muurtje waar je niet over mag, maar wie durft, kan iets verder urenlang langs het ravijn lopen: zonder muur, zonder pottenkijkers en hopelijk ook zonder al te veel hoogtevrees. Wanneer ik nog een laatste keer het overdonderende spektakel bewonder, breekt de zon voor het eerst vol door de wolken. De terugrit gebeurt met de glimlach op de lippen.

Herfst in de Connemara

Wie vanuit Clare het graafschap Galway binnenrijdt, komt al snel in de gelijknamige hoofdstad terecht. Galway City telt zo’n 70.000 inwoners en is daarmee naar Ierse normen een metropool. Het is een universiteitsstad met een rijke geschiedenis en een jonge geest. Heel wat straten in het centrum werden verkeersvrij gemaakt en puilen uit van de restaurants en de pubs waar vaak nog traditionele Ierse bandjes spelen. Galway is een stad voor feestvierders – ook ’s middags zit de sfeer er al in. Op Quay Street haalt een bevallige jongedame voor een publiek van toevallige passanten haar beste river dance van stal en naast de Spanish Arch staat een stomdronken man van middelbare leeftijd ‘Tourist trap! Tourist trap!’ naar mogelijke bezoekers van het overigens fijne stadsmuseum te roepen. Wie Galway enkel bezoekt voor de pubs zal echter heel wat missen. Iets voorbij de Salmon Weir dam, kan je op de Corrib Princess een mini-cruise op het grootste binnenmeer van Ierland maken. Aan de overkant van het centrum – via een aantal groene dijken die in de rivier liggen – vind je de oude visserswijk Claddagh, waar de verroeste bootjes nog op het kiezelstrand liggen en waarvan je een leuk zicht op de stadskade hebt. Vanuit Claddagh kan je overigens via de Prom  – een mooie boulevard langs het strand – richting Salthill wandelen: een van de voornaamste resortdorpen van het land. Voor wie houdt van rariteiten nog een laatste tip: in een van de zijbeuken van de kathedraal in het stadscentrum kan je een fresco van een devoot biddende JFK bewonderen: ‘In de naam van de vader, de zoon en de heilige Marilyn Monroe’.

Hoewel de hoofdstad meer dan charmant is, is de grootste kracht van County Galway de uitgestrekte en zo goed als ongerepte natuur. In het westen van het Graafschap strekt zich de schilderachtige Connemara uit: waarschijnlijk de mooiste wildernis van Ierland, vol venen en donkere meren als spiegels. De horizon wordt er gedomineerd door de Twelve Bens: imponerende heuvelruggen met namen als Benbrack, Benfree en Ben Crabbé (het kleinste bergje – sorry Ben). Cruisen met de wagen is hier andermaal een plezier. Het landschap is wijds en verbluffend en de eindeloze wegen slingeren zich voorbij vergezichten waar naast een enkel schaap geen ziel te bekennen valt. Dorpjes zijn hier schaars maar gezellig. Een aantal stops zijn zeker de moeite. Kylemore Abbey is een mooie maar toeristische abdij met een omwalde Victoriaanse bloementuin. Vooral de natuur rondom is betoverend. Roundstone, dat wat verder ligt, is een kleurrijk vissersdorpje met een werkende haven en een aantal erg uitnodigende zandstranden. Ook het Connemara National Park is het waard een paar uur in te vertoeven. De toegang tot het park is volledig gratis en er vallen verschillende routes te verkennen, die te midden van een onvoorstelbaar pallet aan herfstkleuren langs en over een van de Bens leiden. Een zonnige wandeling later – sinds de eerste dag heb ik geen regen meer gezien – geniet ik na aan de oever van het volledig door heuvels omgeven Loch Inagh. Even verderop heeft een verliefd koppeltje hetzelfde idee. Ik besluit hen hun privacy te laten en stap opnieuw de auto in. De eindhalte voor vandaag is Clifden, in het uiterste westen van het Graafschap. Vrolijk Les Lacs du Connemara neuriënd rij ik de ondergaande zon tegemoet.

De kracht van Ierland

Ieren moeten zowat de vriendelijkste en meest praatgrage mensen ter wereld zijn. Na een leuke avond in het gezelschap van de barman van m’n hotel ben ik een hoop weetjes over Clifden rijker. Wist je dat de eerste non-stop Trans-Atlantische vlucht vanuit de States hier in 1919 is geland? Nee? Geen erg, de piloten wisten het ook niet. Hun eigenlijke doel was Parijs. Gelukkig werd ook de eerste draadloze telegrafische boodschap hier verzonden, zodat de arme stakkers al snel een ‘We zijn niet dood maar in Ierland’ boodschap richting Londen konden sturen. Niet slecht voor een dorp van 2.000 inwoners.

Na een verkwikkende nachtrust besluit ik Clifden te verlaten langs de mooist mogelijke weg. De zogeheten Skyroad is een van de populairste routes van de Connemara en biedt prachtige uitzichten over Clifden Bay en haar vele eilandjes. Via de fjord van Killary Harbour – het landschap begint nu wel erg Scandinavisch te lijken – rij ik een tijd later County Mayo in. Mayo is het laatste graafschap dat ik langs de Wild Atlantic Way bezoek alvorens weer richting Dublin te trekken. Het smalle maar goed onderhouden baantje dat ik al kilometers lang volg loopt langs golvende landbouwgrond. De snelheidslimiet valt hier op z’n minst gul te noemen. Je mag vaak 100 km/u op wegen waar twee auto’s elkaar nauwelijks kunnen kruisen. Wie hier daadwerkelijk op de limiet rijdt, zal meer dan eens met vier wielen van de grond komen. Niet doen met de huurauto dus. Mijn laatste stop langs de kust is Westport – volgens een recente enquête de beste plaats om te wonen in het hele land. Het is een schattig stadje langs een rivier, vol leuke winkels en restaurants. De belangrijkste bezienswaardigheid ligt buiten het centrum vlakbij de gezellige Quays. Westport House is een indrukwekkend landhuis in handen van een adellijke familie, dat in 1960 om financiële redenen opengesteld werd voor het publiek. Op de gronden vind je allerlei attracties voor kinderen, maar het huis zelf werd prima bewaard. De meeste kamers zijn onaangeroerd en zien er nog precies uit als 100 jaar geleden. De eigenaars stammen rechtstreeks af van Grace O’Malley, een legendarische piratenkoningin die hier in de 17e eeuw de plak zwaaide. O’Malley was zo machtig dat Queen Elisabeth I er niets beters op vond dan er een wapenstilstand mee af te sluiten. Het landhuis staat overigens op de fundamenten van een van haar forten, waarvan je in de kelders nog restanten kan zien.

Omdat ik niet in één ruk opnieuw naar het vliegveld wil rijden, spendeer ik m’n laatste nacht in Ierland in Athlone – een stad in de Midlands in het centrum van het land. Alsof het weer m’n vertrek al voelt aankomen, begint het voor het eerst in vijf dagen te regenen. Dan maar binnen iets leuk zoeken. In het vernieuwde en interactieve museum in Athlone Castle herbeleef ik de slag die hier meer dan 300 jaar geleden tegen de legers van Willem van Oranje werd uitgevochten. Naast de burcht ligt Sean’s Bar: de oudste pub van Ierland. Het gebouw stamt uit het jaar 900, er ligt zagemeel op de grond en de open haard brandt uitnodigend. Als het buiten regent is er altijd nog de pub, en zo werkt het blijkbaar al meer dan duizend jaar. Ierland is de perfecte combinatie van kleurrijke tradities, vriendelijke mensen en verbluffende natuurpracht. Wie z’n ervaringen met het groene eiland beperkt tot een citytrip naar Dublin weet niet wat hij mist. Turend in de vlammen van het haardvuur leeg ik m’n laatste Guinness van de trip. De grote kracht van Ierland is de wonderlijke gave je overal onmiddellijk thuis te doen voelen. Terwijl het afscheid nadert klettert buiten de regen nog steeds tegen de ramen. Zou het gemis dan toch een beetje wederzijds blijken?

Ierland praktisch

Wie zelf met de auto door Ierland wil, vindt bij de Belgische touroperator Gallia tal van interessante formules en aanbiedingen. Wij verbleven in verschillende unieke boetiekhotels van Manor House. Meer info via www.gallia.be.

Onze reporter vloog rechtstreeks van Brussels Airport naar Dublin met Aer Lingus en toerde rond met een huurwagen van Herz.

De website van de Ierse dienst voor toerisme vind je op www.ireland.com.

Volg ons op Instagram

Volg @goodbyemag voor leuke tips en bloedmooie vakantie hotspots!

volg ons

Abonneer voordelig!

  • reisreportages over de mooiste vakantiebestemmingen
  • de knapste logeeradressen en lekkerste adresjes
  • tientallen tips voor een vakantie dichtbij of ver weg

abonneer

Deze website maakt gebruik van verschillende type cookies. Hier vind je meer informatie. Akkoord