Interview: Cath Luyten over emotie en reizen

Scroll naar beneden

Iedereen droomt vast wel eens van een bestaan als reisreporter. Betaald worden om te reizen, wie wil dat nu niet? Maar is reizen voor het werk wel zo aantrekkelijk als iedereen denkt? Of is het toch vooral keihard werken? We vroegen het aan de vrouw met de mooiste glimlach in televisieland. Cath Luyten, meer dan negen jaar reporter voor Vlaanderen Vakantieland, vertelt ons hoe ze op eigen houtje Nederland leerde kennen, wat haar zo bevalt aan kamperen en waarom de Grote Markt van Brussel ook een 34ste bezoekje waard is. 

  • François  Cauliez
    TekstFrançois Cauliez
  • Marc Wallican
    Foto'sMarc Wallican

Maar voor we peilen naar haar professionele reiservaringen, willen we graag weten hoe ze de reismicrobe te pakken kreeg en wat haar vroegste reisherinnering is. “Dat was een heel eenvoudige reis met een tent. Mijn ouders zaten in een zware verbouwing en er waren geen centen om op reis te gaan, maar bij m’n grootouders lag er een tent op zolder. Aan tafel kwam ter sprake dat we toch echt wel op reis wilden gaan. Toen hebben we die tent gepakt – echt zo’n tent uit de jaren ’60, met zware ijzeren palen, een oranjebruin zeildoek en een voortent. We hebben alles in de koffer gegooid en we zijn vertrokken naar Bretagne in Frankrijk. Ik vond dat zalig: wakker worden met de voetjes in het natte gras en twee weken alleen maar buiten leven, de zon, maar ook de regen die je tegen de tent hoorde tikken. Dat was fantastisch. Nu is het wel bij die ene keer gebleven met die tent want mijn vader was aan het kokkerellen en hij had het gasvuurtje op het tafeltje gezet, wat je dus nooit mag doen. Om een lang verhaal kort te maken, de tent hebben we niet meer terug meegenomen naar huis, maar de microbe was er wel.”

En die microbe is er nog altijd en heeft ze doorgegeven aan haar huisgenoten, want ook vandaag nog gaat Cath af en toe kamperen. “Kamperen heeft nog altijd een connotatie van iets dat je enkel doet als je geen centen hebt voor een hotel of een toffe B&B. Maar wij hebben altijd gekampeerd omwille van de kampeerbeleving zelf. Echte buitenvakanties, altijd mini-campings bij een boer of zo, met alleen maar de basisvoorzieningen. Ik probeer dat kampeergevoel nu ook in mijn gezin door te trekken, wat gelukt is. Nochtans stond Frank (sportjournalist Frank Raes, nvdr) daar eerst sceptisch tegenover, maar ik heb hem echt wel bekeerd. Als we lang niet gekampeerd hebben, vraagt hij er zelf naar (lacht).” 

Zelden beter dan thuis

Kamperen is voor Cath ook een manier om met de sleur van alledag te breken. “Als je twee weken een huis huurt – wat ik ook heel leuk vind – dan zit je daar vast en verval je snel in een stramien dat je doorheen het jaar ook hebt: ’s avonds ben je aan het koken en je moet ook die afwas doen… Een huis huren doe ik liever samen met vrienden, dan is het meer voor het gezelschap. Maar om echt te reizen, vind ik een huis niet zo ideaal. Een collega zei me ooit: ‘als ik op reis ga, dan moet het echt het summum zijn, anders blijf ik liever thuis, want het is zelden beter dan thuis’. Daarom vind ik kamperen zo interessant. Dat is je eigen tent die je meeneemt en dan hoef je geen kritiek te hebben op het behangpapier in de kamer of het servies dat je niet bevalt of het vocht rond de tegels in de badkamer. Er zijn zoveel dingen waar je je kunt aan ergeren. Dat heb je niet als je gaat kamperen, want dan ligt de focus op de natuur, op het buiten leven.”

Heimwee

We gaan nog even terug naar haar jeugd en vragen Cath of ze de geneugtes van de zomerkampen kent. Voor veel mensen toch een eerste kennismaking met het echte reizen, zonder ouders, zonder verplichtingen. “Ik zat niet in een jeugdbeweging, maar ik ging wel elke zomer op kamp. Wat ik me daar vooral van herinner, zijn de momenten van enorme heimwee als zo’n kamp afgelopen was. Ik vond dat verschrikkelijk. Eerst leef je tien dagen samen met die leeftijdgenoten en trek je samen je plan, maar zodra je thuis bent, valt dat allemaal in één klap weg.”

Ze vertelt ons ook waarom ze nooit in een jeugdbeweging zat. Haar papa wou zoveel mogelijk dingen samen met het gezin doen, uitstapjes naar zee, Gent of Rotterdam en dat was moeilijk als je elke week naar de jeugdbeweging moest. Nu ze zelf moeder is, merkt ze dat ze ook dingen wil doorgeven aan haar zoontje, zelfs als dat betekent dat ze voor de zoveelste keer dezelfde plek bezoekt. “Ook met Vlaanderen Vakantieland zaten we heel vaak in eigen land en nu heb ik een beetje het gevoel dat ik het hier wel gezien heb. Maar dan denk ik ‘ik moet mijn kind dat ook wel allemaal leren kennen, natuurlijk’. Onlangs was m'n zoontje ziek, we waren naar de dokter geweest en hij kwam er een beetje door. Ik moest nog iets gaan afgeven in Brussel en ik heb hem toen meegenomen. We zijn naar Manneken Pis geweest, hebben de Grote Markt bezocht, zijn op de grond gaan zitten en hebben alle gevels bekeken. Toen dacht ik ‘nu ben ik mijn job als moeder goed aan het doen’ (lacht). Ik heb die Grote Markt wel al 33 keer gezien en ik ken intussen elk verhaal achter elk beeldje, dus voor mij hoeft het niet, maar dan denk ik ‘hij moet het ook wel weten’.”

Nederland Vakantieland

Sinds het één-programma ‘Buurman, wat doe je nu’, weet Vlaanderen dat Cath Luyten Nederlandse roots heeft en opgroeide aan de Nederlandse grens. Ze heeft dan ook een zekere voorliefde voor het land van haar vader. “Toch is het niet via mijn ouders dat ik Nederland heb leren kennen, hoewel mijn vader een Nederlands paspoort heeft en we op de grens woonden. Ik heb Nederland zelf ontdekt, met de fiets. Dat was het eerste wat ik met een vriendin mocht doen. We waren net 17 en we stopten onze spullen gewoon in een vuilniszak, tent en al, en we vetrokken in Koewacht. Toen had je nog een veerboot tussen Kruiningen en Perkpolder, voor een paar auto’s en fietsen. Dat was op zo’n 14 km van bij ons en zodra je daar was, had je dat vakantiegevoel. Op die boot voelde je al ‘nu kunnen ze me niets meer maken’. Ik herinner me dat we helemaal naar boven fietsten, tot in Friesland, maar we zijn ook lang genoeg in Amsterdam blijven hangen. Heerlijke momenten en als ik dan terugkwam, snapten mijn ouders dat niet zo goed. Ze zagen de charme van Nederland niet meer. Het grappige is dat ik ze nu een beetje aan het aansteken ben.” 

Tijd voor elkaar

Het mag duidelijk zijn: Cath trekt er graag op uit en ze wil alles gezien hebben. Met vrienden of haar gezin maakt niet uit, al nemen de familiereisjes wel een zeer bijzondere plek in. “Ik hou zowel van op reis gaan met vrienden als alleen met ons drietjes. Maar enkel op reis gaan met een groep vrienden, da’s niets voor mij. Ik wil ook gewoon met m’n gezin weg kunnen, want hoe je het ook draait of keert, dan herbeleef je telkens weer de momenten van een prille relatie. Je bent dan nog onbezoedeld, er zijn nog geen stressfactoren als je verliefd bent en als je op reis bent, ga je terug naar die toestand. Dat vind ik wel schoon. In je dagelijkse leven komt er zoveel bij kijken, verplichtingen, kinderen, dit en dat moet nog gebeuren... en dan ga je al eens voorbij aan je relatie. Maar op vakantie maak je terug tijd voor elkaar. Je gaat terug naar de basis van je relatie. Daarom ga ik zo graag op reis.”

Geen zon, toch plezier

Dankzij haar beroepsbezigheden heeft ze ook heel wat gezien. Bijna tien jaar lang mocht ze voor Vlaanderen Vakantieland naar de mooiste plekjes op aarde. Klinkt verleidelijk – en dat is het ook, benadrukt ze – maar het is wel keihard werken. “Toen ik gestopt ben, nog voor het programma ophield te bestaan, had ik er echt genoeg van. Dat klinkt heel ongeloofwaardig natuurlijk, want hoe kan je nu reizen beu worden? Ik ben heel dikwijls jaloers geweest op de schrijvende pers als ik ergens was. Want heel dikwijls viel er iets tegen of het weer zat niet mee. Je moet weten dat ik begonnen ben op een moment dat televisie nog iets ouderwetser gemaakt werd, waarbij je al op voorhand in je hoofd had hoe alles zou zijn: we gaan naar een tropisch eiland, dus het moet daar mooi weer zijn en we moeten dat zo brengen, alles zat al in een scenario. Gelukkig heb ik ook de periode meegemaakt waarbij we de dingen brachten zoals ze waren. En als de zon niet schijnt, kunnen we ook zeggen dat het niet elke dag mooi weer is, maar dat je intussen dit of dat kunt doen. Maar het was wel af en toe vloeken. Als je naar de Seychellen wordt gestuurd, toch een topbestemming voor veel mensen, en het giet daar zeven dagen aan een stuk, dan denk je ‘als ik nu een schrijvend journalist was, dan schreef ik die zon er gewoon bij’. Anderzijds, als je dan een beetje lacht en er wat zelfspot bij stopt, dan is je reportage net zo goed. Je moet de mensen ook niet voorhouden dat het altijd perfect is, want reizen is niet altijd perfect.” Ondanks het harde werk en de soms lange draaidagen, beseft ze heel goed wat een mooie job ze toen had. “Het is de grootste leerschool geweest die ik ooit had, op alle vlakken! Ik merk wel dat die negen jaar heel vormend zijn geweest voor mij en ik begin nu pas te beseffen wat voor een droomjob dat was.” 

Sleutel op de deur

Op reis wil Cath alles gezien hebben en dus trekt ze zelden tweemaal naar dezelfde plek. En ook als het even tegenzit, probeert ze de miserie weg te lachen. “Ik zie overal wel het schone van in,” verklapt ze ons. Een ontembare nieuwsgierigheid, gecombineerd met een grenzeloos optimisme dus. Maar wat zoekt ze dan precies op reis? Niet het avontuur of het nieuwe, of toch niet op de eerste plaats. Ze is vooral geboeid door verhalen. “Toen ik nog reisreporter was, was ik eigenlijk constant aan het researchen, op zoek naar goede verhalen. Toen ik gestopt ben, was ik daar even van verlost, maar het komt sowieso terug. Ik denk dat het de aard van het beestje is. Nieuwsgierig zijn, wat zit er achter die steen, wat heeft dat mevrouwtje dat daar zit, te vertellen, en ik stap er gewoon op af. Ik babbel meer met andere mensen op vakantie dan met mijn reisgezelschap (lacht). Het zijn wel die mensen die je ergens naartoe brengen. Een paar jaar geleden waren we ergens in Toscane, met heel het gezin, mijn ouders, mijn zus... We liepen door een klein onooglijk dorp dat er niet eens zo goed uitzag, maar dat vind ik het leukst. Overal zat de sleutel op de deur. Op een gegeven moment wou ik toch wel weten wat dat was en dus heb ik ergens aangeklopt, de deur half geopend en nog eens geklopt en toen kwam er een mevrouwtje af dat dan uitlegde dat iedereen elkaar daar kende en dat er dus niets gestolen werd. Een paar minuten later zaten we bij haar in de veranda met een fantastisch zicht op de vallei en een Italiaanse koffie. Dat is zo heerlijk, dan voel ik echt dat ik op vakantie ben. Ik moet iets kunnen beleven en liefst het gevoel hebben dat ik het zelf ontdekt heb. Al valt er op deze wereld niet zoveel meer zelf te ontdekken. Iedereen reist zich te pletter. Maar dat geeft je wel even het gevoel dat je iets unieks beleeft.” 

Volg ons op Instagram

Volg @goodbyemag voor leuke tips en bloedmooie vakantie hotspots!

volg ons

Abonneer voordelig!

  • reisreportages over de mooiste vakantiebestemmingen
  • de knapste logeeradressen en lekkerste adresjes
  • tientallen tips voor een vakantie dichtbij of ver weg

abonneer

Deze website maakt gebruik van verschillende type cookies. Hier vind je meer informatie. Akkoord