Interview: Guido Belcanto over rust, drukke steden en muziek

Scroll naar beneden
  • François  Cauliez
    TekstFrançois Cauliez
  • Marc Wallican
    Foto'sMarc Wallican

Nog voor we op de recordknop van ons bandopnemertje konden drukken, heeft Guido Belcanto ons al de titel voor ons artikel bezorgd. En inderdaad, het moet gezegd: de zanger heeft een ‘zelfgekozen ballingsoord’ gevonden waar je alleen de vogeltjes hoort fluiten en – enkel onze fotograaf had ze gehoord – de spitsmuisjes hoort piepen. Omringd door bomen en enkel bereikbaar via een onverharde weg, heeft Guido Belcanto zich teruggetrokken uit onze lawaaierige en altijd voortdenderende maatschappij. Maar dat betekent niet dat hij de actualiteit niet zou volgen. En het betekent nog minder dat hij de rest van de wereld niet zou willen zien. Wel in tegendeel. Een gesprek over ‘alleen reizen’ en ‘reizen met zonen’, over bergen en fietsen, over de onvermijdelijke Mont Ventoux en de al even onvermijdelijke Marco Pantani.

“Ik vind dat ik te weinig reis of gereisd heb,” steekt Belcanto van wal. “Dat had meer kunnen zijn. Meestal ga ik in m’n eentje naar een of ander hooggebergte, de Pyreneeën, de Alpen, de Dolomieten. Ik neem dan mijn koersfiets mee, een gitaar en heel veel kladwerk van songs. Op reis ga ik dus fietsen en tegelijkertijd werken aan m’n muziek.” Dat fietsen een passie is van de zanger, weet tv-kijkend Vlaanderen al sinds zijn deelname aan het tv-programma Via Van Oudenhoven. Toen ging hij bij zijn held Marco Pantani op bezoek en schreef hij een lied voor de intussen overleden wielrenner. Elk jaar organiseert hij in Westouter zelfs zijn eigen wie lerevenement, de Belcanto Classic. Het fietsen zorgt er niet enkel voor dat hij fysiek bijzonder scherp blijft – een compliment dat hij in dank aanneemt – het helpt hem ook bij het songschrijven.

“Als ik thuis ben, kan ik nog maar heel moeilijk aan de slag geraken. Het schrijven van songs lukt dan niet. Het komt er precies niet van. Dit is hier zowat mijn luie nest geworden waarin ik boeken lees en tv kijk en wat op de piano speel. Maar echte songwriting, daarvoor moet ik weg zijn van huis. En als ik in mijn eentje op mijn koersfiets zit en ergens een hoge col beklim, dan kan ik m’n geest zo ongelofelijk leeg maken dat de ideeën kunnen stromen. Alle ballast gaat weg en er komen ideeën voor in de plaats. Ik ben dan drie weken weg of zo, ik huur een gîte op een plek van waaruit ik heel veel fietsmogelijkheden heb. ’s Avonds zit ik wat te prutsen aan nieuwe songs en dan kom ik terug thuis met drie of vier nieuwe songs.”

Rome bij Nacht

Wie in zijn leven al aan duursporten gedaan heeft – hardlopen, fietsen, triatlon – weet hoe heilzaam de eenzame trainingen kunnen zijn. En hoe sterk ze de inspiratie kunnen bevorderen. Alleen, hoe vermijd je dat die geniale ideeën die je te binnen schieten terwijl je je in het zweet werkt op een col, helemaal verdwenen zijn eenmaal je terug thuis of in je vakantieverblijf bent? “Ik heb altijd een notitieboekje mee en een cassetterecorder, precies zoals toen ik dertig jaar geleden begon. Ik denk dat ik hier nog wel honderd cassetjes heb liggen met probeersels.” We vertellen hem de anekdote van Bent Van Looy die zijn notitieboekje met al zijn ideeën voor een nieuwe plaat ooit verloor in Parijs. Belcanto vertelt ons een gelijkaardig verhaal over Daan. Hijzelf heeft het gelukkig nog nooit voorgehad. “Het strafste wat ik ooit heb meegemaakt, was in Rome. Toen had ik geen notitieboekje mee en geen cassetterecorder. Het moet zo’n 35 jaar geleden zijn. Ik zat daar zonder geld en ik overnachtte op een bank in een groot park in het centrum van Rome. Ik had dus ook geen geld om een hotel te betalen en daar heb ik van alles zien gebeuren in dat park. Straffe taferelen met hoertjes en de homoscene en ik noteerde dat op de achterkant van een stadsplan van Rome. Die tekst viel me te binnen en ik hoorde ook muziek in mijn hoofd. Ik hoorde de hele tijd een prachtig thema. Ik had niets om dat vast te leggen, ik had geen instrument bij. Maar dat thema was zo sterk dat het nog steeds in m’n hoofd zat toen ik een week later thuiskwam. Ik heb het toen opgeschreven en dat is het liedje Rome bij Nacht geworden. Dat is zeldzaam. Je zou kunnen zeggen dat je dat cadeau hebt gekregen van ergens hierboven. Helaas, zulke cadeaus krijg je bijna nooit (lacht).”

Verloren lopen

Hoewel hij dus goed gedijt in de rust van de natuur, kan Belcanto ook best wel aarden in een grootstad. Maar dan wel ver weg van de platgetreden paden van het massatoerisme. “Ik heb New York gezien. Parijs ook. Ik ga een paar keer per jaar naar Parijs. Als ik een lief heb, neem ik die dan mee. Maar ik ga ook alleen, maakt niet uit, ik vind het heerlijk om in een grootstad verloren te lopen, echt verloren te lopen, zonder kaart, op je intuïtie bij dingen uitkomen. Je laten verrassen. Op reis wil ik zo weinig mogelijk op voorhand weten wat er staat te gebeuren. Zo leef ik ook in het gewone leven, van dag tot dag. Ook op reis wil ik heel veel aan het toeval overlaten.”

We kunnen ons de zanger/wielrenner perfect voorstellen in de bergen of in een grootstad. Maar heeft hij ooit ook genoten van de geneugten van een all-in resort? “Mijn laatste reisje dat ik heb gemaakt, was naar Madeira. Zonder fiets, want dat eiland is één gigantische rots in de Atlantische Oceaan en de wegen zijn daar supersteil. Daar wordt bijna niet gefietst. Ik was er met een vriendin en om haar een plezier te doen, hebben we daar in een hotel gelogeerd met een ayurvedische kuur. Ayurveda is oud-Indische geneeskunde, natuurgeneeskunde met kruiden. Ik deed dat dus vooral voor haar, maar ik heb er ook wel van genoten. De massages en behandelingen waren alleen in de voormiddag en in de namiddag trok ik er dan wel op uit. Ik ben wat gaan paardrijden, met de boot gaan varen in de hoop dolfijnen te zien, maar dat is niet gelukt.”

Het verwennen van de innerlijke mens brengt ons naadloos bij culinair reizen of reizen om nieuwe smaken te leren kennen. Maar dat is niet zo zijn ding. “Nee, daarvoor ga ik niet naar een land. Ik kan het appreciëren, maar ik ben eigenlijk gauw content. Als wij gaan optreden bijvoorbeeld, gebeurt het wel eens dat wij echt in een fantastisch restaurant mogen gaan eten en dat apprecieer ik enorm. Maar ik vind het altijd zonde dat ik er niet echt van kan genieten omdat ik met dat concert in m’n hoofd zit. We moeten ons dan ook altijd haasten, we hebben maar een uurtje tijd. Dus als ze mij een koude schotel geven voor een concert, dan is dat ook goed.”

Nederig in de bergen

Nog voor we het interview begonnen, verontschuldigde Guido Belcanto zich dat hij niet zo’n reiziger was. Ook aan het begin van ons gesprek, liet hij al vallen dat hij naar zijn mening te weinig gereisd had. Uiteindelijk valt dat nog wel mee, maar wat houdt hem tegen om meer te reizen?

“Ik heb het te druk. Ik kan hooguit drie of vier weken weg op een jaar. Die benut ik dan ook liefst om er met m’n fiets op uit te trekken want dat is een soort verslaving. Moest ik dat een jaar niet doen, dan zou ik me echt slecht voelen. Ik heb dat echt nodig. Ik ben gewoon gelukkig als ik op m’n fiets zit. Als ik hier met m’n koersfiets ga rijden dan voel ik me ook goed, half gelukkig zal ik zeggen (lacht), maar als ik in de bergen zit, in die machtige natuur, oh man, dan ga je op den duur geloven dat God bestaat hé. Dat hooggebergte maakt je nederig. Geef mij de bergen, liever dan de zee.”

Zijn passie voor de bergen sluit ook naadloos aan bij zijn adoratie voor een van zijn helden, de reeds genoemde Pantani. Ook vandaag nog ontdekt hij dingen over de man die ze blijkbaar gemeen hebben. “Tijdens zo’n vakantie sta ik ’s ochtends op, ontbijt ik rustig en dan ga ik fietsen voor de rest van de dag. Ik neem wel een wegenkaartje mee, maar ik haal het zo weinig mogelijk uit. Als ik een ander baantje zie, dan ben ik zo weg. Ik volg m’n instinct. Ik heb net nog een boek over mijn idool Pantani gelezen en daarin stond dat hij ook zo trainde. Hij bleef wel in zijn bekend gebied, maar hij nam nooit iets mee. Geen eten of drinken. Hij at van de fruitbomen en hij dronk aan de fonteinen. Fan-tas-tisch! En dat doe ik ook. Of als ik een bakker passeer, dan koop ik daar iets.”

Respectloos

Het is mooi om Belcanto vol passie en weidse gebaren over ‘zijn’ bergen te horen praten. Ons gesprek vindt plaats de dag nadat de rit uit de Ronde van Frankrijk met aankomst op de Mont Ventoux met 6 kilometer ingekort werd omwille van de hevige windstoten. Dezelfde rit waarin geletruidrager Froome plots de berg moest op lopen!

“De bergen kunnen best wel verraderlijk zijn. Ik heb dat ooit op de Ventoux meegemaakt. Je vertrekt aan de voet, het is 25°, lekker weertje, je begint aan de klim en je ziet daar boven wel wat grijze wolken aan de top hangen. Maar je denkt ‘ik geraak er wel op’. Maar dan, op een kilometer van de top, ben ik letterlijk van mijn fiets gewaaid. Ik ben toen niet boven geraakt. Ik vind dat je respect moet hebben voor zo’n berg en dat heb ik. Je hebt tegenwoordig van die ‘massafietsactiviteiten’. Dan gaan ze met een paar duizend Vlamingen op die berg. Dat vind ik vreselijk (pijnlijke grimas). Da’s respectloos, dat mag niet. Soms ga ik met een van m’n zonen fietsen. Vorig jaar waren we in de Pyreneeën en dan deden we de Tourmalet en zo. Dat is natuurlijk ook heel plezant, maar ik ga toch liever alleen. Toch nog. Dan kan ik mediteren.”

In het verleden trok Guido Belcanto wel vaker op reis met zijn kinderen, maar iets te weinig naar zijn zin. “Maar ik kan wel zeggen dat dat de geluksmomenten uit m’n leven zijn geweest. Ik met mijn drie zonen op reis, zonder hun moeder. Eerst de twee oudste, en dan is er nog een derde bijgekomen. Dat was één van de mooiste reiservaringen uit m’n leven. Ik had een mobilhome gehuurd en ik ben toen een maand on the road geweest met m’n gasten. Die waren toen 10 en 13. Ook toen zijn we gewoon op ons gevoel rondgetrokken. We vertrokken langs Normandië, Bretagne, Bordeaux en de Landes, kwamen in Spanje aan, de Pyreneeën, Barcelona. Heerlijk. Zoals zigeuners, gaan en staan waar je wilt.”

We willen nog even terugkomen op zijn eerste zin van ons gesprek. Over het te weinig reizen. Wat niet is, kan nog komen. Als hij nog één bestemming zou mogen kiezen, waar zou hij dan naartoe gaan? “Ik wil zeker nog een paar maanden in de States gaan rondhangen, een auto huren en zoals in een roadmovie ginder de plekken gaan opzoeken waar de blues is geboren. Zien of er nog authentieke plekken zijn waar dat nog gespeeld wordt. Een muzikale reis naar de roots van onze muziek. Dat ga ik zeker nog doen.

Volg ons op Instagram

Volg @goodbyemag voor leuke tips en bloedmooie vakantie hotspots!

volg ons

Abonneer voordelig!

  • reisreportages over de mooiste vakantiebestemmingen
  • de knapste logeeradressen en lekkerste adresjes
  • tientallen tips voor een vakantie dichtbij of ver weg

abonneer

Deze website maakt gebruik van verschillende type cookies. Hier vind je meer informatie. Akkoord