Groen, groener, Slovenië

Scroll naar beneden

Het is klein, het is bloedmooi en het is groen. Zéér groen. Slovenië heeft al een heleboel labels en awards op zak voor sociaal, economisch en ecologisch verantwoorde ontwikkelingen. Wij doken in enkele van die duurzame verhalen van wijn en water, van kaas en kruiden. Wat blijkt? Het kleine landje doet zijn grote reputatie alle eer aan.

  • Tine Hemeryck
    Tekst & foto'sTine Hemeryck

Toen God de aarde verdeelde onder de verschillende naties, kreeg hij een groepje kwade Slovenen over de vloer. "Je bent ons vergeten!” mopperden ze. “Waar moeten wij nu wonen?” God herbekeek de kaart en inderdaad, hij was hen een plaats vergeten toewijzen. “Weet je wat,” zei God, “ik zal jullie het stukje geven dat ik eigenlijk voor mezelf wilde houden.” En zo ontstond Slovenië, een klein landje genesteld tussen Oostenrijk, Italië, Kroatië en Hongarije. “Een hemels paradijs op aarde”, glimlacht onze gids Urska. Je zou de legende bijna gaan geloven als je over Slovenië leest: 28.000 kilometer rivieren, 1.300 meren, 5 bergketens , meer dan 87 thermale bronnen, 8.000 karstgrotten waaronder de grootste van Europa, 52 natuurreservaten en meer dan 1.200 beschermde natuurmonumenten. 60% van het land is ook nog eens bedekt met bomen, wat het een van de dichtst beboste landen van Europa maakt. Niet slecht voor een land dat nog een derde kleiner is dan België. Ter vergelijking: Vlaanderen moet het met 10% bos stellen …

Ecodorp in de Alpen

“Steen!” De gps leidt ons aan de Tolmin-kloof 500 vijfhonderd meter verder naar boven, over een steile bergflank in de ruige Julische Alpen. We zijn de tel inmiddels kwijt van de haarspeldbochten die achter ons liggen en hier en daar moeten we uitwijken voor gevallen rotsblokken. “Steen!” Dit is geen plek waar je toeristenmassa’s zal tegenkomen, zoveel is duidelijk. Aan het landschap zal het nochtans niet liggen. We zijn aan de toegangspoort van het spectaculaire Triglav Nationaal Park en onderin het dal stroomt de smaragdgroene Socarivier. “Dit was een van de filmlocaties plek van The Chronicles of Narnia”, weet Urška Dimnik, onze heerlijk goedlachse gids. We zijn op weg naar Cadrg, een klein dorpje met nog geen dertig inwoners. Hoe dichter we komen, hoe dichter de mist ons van alle kanten besluipt. Cadrg is wat je noemt een ‘eco village’, een dorp dat trouw blijft aan tradities, compleet in harmonie met de natuur. De drie boerderijen in het kleine gehucht produceren hun Tolminc- en Bovec-kazen al honderden jaren op dezelfde manier, kleinschalig en organisch. Vergezeld door de geur van verse melk en natte aarde schudden we Marija Boncina de hand, die samen met haar man, twee zonen en schoondochters 35 koeien onder haar hoede heeft. Ze schenkt ons een stevige Zelišcni brandy in, een traditioneel welkomstdrankje samengesteld uit meer dan vijftig kruiden. “Je moet creatief zijn hier in de bergen,” lacht ze, "onze voorouders moesten hetzelfde doen om op deze hoogte te overleven.”  

Say (raw) cheese!

In de hele Socavallei, waar ook Cadrg deel van uitmaakt, wordt rauwe melk gebruikt om kaas te maken. “De melk warmen we op tot 45 graden en niet verder, in tegenstelling tot gepasteuriseerde melk. Als je melk pasteuriseert, dood je alle bacteriën in de melk en dus ook de goede bacteriën.” Veel kaasliefhebbers zijn het er steevast over eens dat de kaas van rauwe melk beter smaakt, dus waarom werken niet alle kaasmakers met rauwe melk, vraag ik me af. “De rauwe melk mag niet ver reizen. Voor een boerderij als die van ons is dat niet moeilijk: de melk komt rechtstreeks van onze eigen weides, verser kan je niet hebben.” Hier in de Alpen grazen de koeien buiten van eind april tot eind oktober en vijf maanden daarvan brengen ze door op 1.900 meter hoogte. Ze grazen op natuurlijke alpenweides, rijk aan een grote diversiteit van alpenkruiden die kenmerkend zijn voor deze regio en hoogte. Ook dat heeft dus een invloed op de smaak. The proof is in the pudding: die middag eten we onze buikjes rond met jonge en belegen Tolminc-kaas, in de warmte van een brandende houtkachel. Misschien is het de regen buiten en de gezelligheid binnen, maar het is heerlijk.

Toscane in Slovenië

Als we naar Goriška Brda rijden in het westen, verandert het landschap als een theaterdecor. Eindeloze rijen wijnranken, olijfbomen en kerselaars kruipen over golvende groene heuvelruggen en dalen, middeleeuwse forten pronken op de hoogste punten en hoge, slanke cipressen flankeren de kronkelende weg naast charmante stenen huizen. Even voelen we ons in Toscane, wat niet zo gek is aangezien de Italiaanse grens de heuvels hier dwars doorsnijdt. “De koeien grazen in Slovenië en plassen in Italië”, lacht Urska. Als toerist word je volop aangemoedigd om de streek te verkennen met een elektrische fiets of te voet, wat helemaal in het groene imago van Slovenië past. “Weet je eigenlijk hoe het komt dat hier zoveel wijngaarden zijn?” De vraag komt van Marko Skocaj, zaakvoerder van wijnhuis Dolfo. Hij erfde zijn passie voor wijn van zijn grootvader en vader al op heel jonge leeftijd. “Je zou denken dat het aan het gunstige klimaat en de vruchtbaarheid van de aarde ligt, maar de oorspronkelijke reden is fascinerender”, vertelt Marco. “Toen Slovenië een deel was van het Romeinse Rijk, verplichtte de keizer zijn soldaten om elke dag een halve liter wijn te drinken. Alleen was het te duur om de wijn elke keer vanuit Rome te exporteren, dus werd aan de Slovenen de kneepjes van het vak geleerd.”

70% van de wijnen die Slovenië produceert is wit en dat merk je ook aan het aanbod van Dolfo, dat voornamelijk uit droge witte wijnen bestaat. In de kelders proeven we de heerlijk zacht sprankelende Spirito-schuimwijn met een subtiele blend van kruiden, kweepeer en rijp wit fruit. In Slovenië hebben ze een eigen naam voor dit soort elegante, licht bruisende wijnen: penina. Terwijl we nog meer witte wijnen proeven en onze uitspraak van ‘na zdravje’ perfectioneren, wat na elk glas meer en meer als ‘nice driveway’ begint te klinken, laten enkele Franse schilderessen zich buiten door het landgoed inspireren.

Dicht bij de bijen

Even verder in het kleine dorpje Hlevnik zit een kleurrijk houten hutje verstopt tussen de olijfbomen. Het blijkt een van de traditionele bijenhuisjes van Robert Skubin, die met zijn 18-jarige zoon Kristin een oude familietraditie verderzet van nog een andere Sloveense specialiteit: honing. Honing is big business in dit land. Als je tweehonderd Slovenen samen zet, is minstens één van hen een imker. “Een heleboel families in Slovenië hebben ‘cebela’ als familienaam, wat ‘bij’ betekent in het Sloveens,” vertelt Kristin geamuseerd. Spreek je met Slovenen over honing dan mag je er zeker van zijn dat de naam ‘Anton Janša’ vroeg of laat valt, een Sloveense imker en pionier van de moderne bijenteelt of apicultuur. We hebben ook de Wereldbijendag aan hem te danken op 20 mei, zijn geboortedag. Het bijenhuisje van de familie Skubin telt zo’n 16 bijenkasten, gemaakt van hout en geïsoleerd met koeienmest. “De kastjes zijn al minstens honderd jaar oud”, vertelt Kristin. Over heel Slovenië kan je er zo duizenden spotten. De kastjes zijn beschilderd met vrolijke kleurrijke taferelen, een oude traditie die ook de jonge imkers in leven houden.

Honinglucht snuiven

Robert en Kristin nemen toeristen ook mee binnen in het bijenhuisje. Het zachte, monotone gezoem van de bijen – met minstens 20.000 zijn ze per kast - en de geur van honing, hout en aarde heeft een kalmerend effect op mij en dat is precies de bedoeling. “Van bijenlucht word je rustig.” En het zou nog heilzaam zijn ook. “Honing is goed voor een zere keel, bijenlucht snuiven is goed voor de luchtwegen.” Bovenop de bijenkasten liggen vier matrassen met zicht op de omliggende fruitgaarden. Bijgeloof of niet, kwaad kan het alleszins niet om een bijenhuisje te ‘boeken’ en je een paar uur lekker te ontspannen.  

Als je tenen krullen bij de gedachte door zoveel bijen omringd te zijn: de Sloveense ‘carniolan’ bij is behoorlijk uniek. “Het is een zachtaardige en hardwerkende bij, een beetje zoals de Slovenen zelf”, zegt Kristin. Slovenië is zo gehecht aan haar inheemse bij dat het, als enige EU-land, haar een beschermde status gaf. Het was ook een van de eerste landen om een aantal schadelijke pesticiden te verbieden. Geen wonder dus dat heel veel Slovenen het erop wagen om bijen in hun tuin te houden. Kirstin laat ons proeven van honing van acacia, lindebloesem, kastanje en dennenboom. Dennenboom? Ik frons mijn wenkbrauwen. “Op dennenbomen woont een bladluis die sap uit de den zuigt”, legt Kirstin uit. “Die luis scheidt een nectarachtige vloeistof af waar bijen verlekkerd op zijn. Als ze daar veel van snoepen, krijgt de honing een dennensmaak.” Vijf keer per jaar leegt de familie de honinggraten. Dit jaar zal de oogst een stuk minder zijn: hoe meer regen, hoe minder nectar. “De bijen hebben de honing ook zelf nodig om te overleven en te overwinteren, dus als ze minder honing maken is dat ten koste van onze opbrengst, niet ten koste van henzelf.”

Urban Beekeeping in Ljubljana

Je leest het goed: zelfs in hoofdstad Ljubljana is de bijenteelt een geliefde bezigheid. “De stad stelt momenteel zo’n 4.500 bijenfamilies”, weet imker Franc Petrovcic. Ook op het dak van het Ljubljana Hotel Park waar we logeren staan bijenkorven, maar door renovatie kunnen we niet naar boven. En dus neemt Franc ons mee naar een plek die normaal verboden terrein is voor bezoekers: het dak van het Cankarjev Dom cultureel centrum, waar hij sinds 2008 zeven bijenkorven onder zijn hoede heeft. “Mijn bijenkasten waren de allereerste in de stad”, zegt Franc trots. “Het stadsbestuur plantte bomen aan in het centrum waar de bijen iets aan hebben en moedigt inwoners mee aan om bloemen op balkonnen en in tuintjes te zetten. Er valt dus altijd wel ergens nectar te rapen.” De kleurrijke bijenkasten staan elk op een weegschaal. Franc opent zijn app en toont ons hoe hij precies kan zien hoeveel honing de bijen al hebben geproduceerd. Gemiddeld levert een kast hem 20 kilo honing op, maar dat is maar 40% van de honing die de bijen effectief produceren. “De overige 60% laat ik aan de bijen. Wist je dat een bij ongeveer 1.500 bloemen moet bezoeken om 1 gram honing te kunnen maken? Ze kunnen dus alle energie gebruiken.”

Sloveens kruidenbad

Een jonge vrouw komt ons tegemoet met een houten wandelstok in de hand. We zijn in Gornji Grad, een klein dorpje in de zuidoostelijke uitlopers van de Kamnik–Savinja Alpen. Samen met haar jeugdvriendin Maja Zerovnjik stampte Amanda Kladnik hier een gloednieuw kruidenverhaal uit de grond. Met de zegen van de nieuwe priester Evan kweken ze kruiden in de ongepolijste tuin van de kathedraal. Dat op zich is al bijzonder. “De meeste mensen van onze leeftijd trekken weg uit het platteland om te werken in Ljubljana. Maar kijk om je heen, Gornji Grad is zo mooi! Dit is waar ik wil wonen en werken.” Het idee van de kruidentuin dankt Maja aan haar grootmoeder. “Ze heeft me alles geleerd over kruiden. Dit is onze kans ervoor te zorgen dat die kennis niet verloren gaat.” In hun eetbare tuin groeien zo’n 200 inheemse kruiden, een trekpleister voor zowel toeristen als locals. “We nemen mensen mee op kruidenwandeling, vertellen verhalen over de kruiden en houden nadien een theeceremonie. Terwijl we langs de kruidenperkjes lopen proeven, voelen en plukken we er op los. Met behulp van Europese fondsen voor hun duurzame initiatief kunnen Maja en Amanda ook een klein theehuis uitbaten in het oude postgebouw, pal in het dorpscentrum. Intussen hebben ze ook hun eerste thee gelanceerd: Baba, dat 'wijze vrouw' betekent in het Sloveens. Aan een lange eikenhouten tafel giet Amanda een mengeling van frambozenblaadjes, munt, lavendel en tijm op in een theepot van transparant glas. Het kokende water, de kruiden en de rook dansen in de pot terwijl we met zijn allen geboeid toekijken. Na het filteren mogen we proeven uit een zwart keramieken kommetje. “Doe je ogen dicht en sluit je handen rond het kommetje”, zegt Amanda. Heel even is het muisstil, de geur van de kruiden is plots een stuk intenser. “En dan nu is het tijd om je smaakzintuigen op scherp te zetten.”

Karma van Moeder Aarde

Even verderop ligt Solcava, een plek met zoveel superlatieven dat er een panoramische route werd uitgestippeld. De Solcavsko Panoramic Route is 37 kilometer lang en neemt je te voet, met de fiets of met de auto mee langs de meest bijzondere natuurlijke en culturele parels regio, over drie valleien heen: Robanov Kot, Matkov Kot en Logar. Onderweg kan je je vergapen aan de omringende bergketens, je dorst lessen aan de waterbronnetjes en van het lokaal lekkers proeven in de beschermde traditionele hoeves. Bessenmarmelades! Vlierbloesemsiroop! Kaas! Aan de Klemensek-hooglandboerderij blijven we wat langer plakken om de duizelingwekkende kliffen te bewonderen. Nieuwsgierig vraag ik naar de betekenis van de drakenbeeldjes die ons op de panoramische route vergezellen. “De Lintver-draak staat symbool voor de angstaanjagende en dreigende kracht van de natuur als je haar onrecht aandoet. Karma van Moeder Aarde, zeg maar.” Duurzaamheid, het is menens in Slovenië. 

Praktisch

In de Brda-regio

Logeren: Het San Martin Hotel, een familiehotel in Smartno dat uitkijkt op de glooiende heuvels en wijngaarden van de Brda-regio. www.sanmartin.si

Proeven: Wijnhuis Dolfo www.dolfo.eu en wijnhuis Šcurek, www.scurek.com

Doen: Bezoek de Fish Farm naast de Tolmin-rivier, waar een kweekprogramma is opgezet voor de met uitsterven bedreigde, inheemse marmerforel.

Nabij Cadrg

Logeren: Heritage Boutique Hotel Sunrose 7, een nieuw adults only ecohotel nabij het Bohinj-meer, met digtale detox en vegan ontbijtoptie. www.sunrose7.com

Doen: Wandel langs het Bohinj-meer in het Triglav Nationaal Park, bekend voor de ongerepte natuur.

Nabij Solcava

Logeren: Raduha Treehouse aan de oevers van de Savinja-rivier. Slaap in een boomhut, hooiruif of oude stal in een mix van traditionele Sloveense architectuur en modern design. www.raduha.com

Doen: Bezoek het theehuisje van Amanda en Maja en proef van hun ecologische Baba-thee. zeliscnavas.si

  • Vila Planinka

Nabij Gornji Grad

Logeren: Boetiekhotel Vila Planinka. De wijnkaart telt maar liefst 120 Sloveense soorten. www.vilaplaninka.com

Doen: Ga mee op kruidenwandeling met de lokale kruidenkenner Matej en proef van de frambozenproducten die hij en zijn vrouw zelf maken, van likeur tot marmelades. Contact via het Infocentrum van Jezersko. Of ga voor een honingmassage, kruidensauna en apitherapie bij Beeland in Mozirje. Je kan er ook logeren in levensgrote honingraten. www.apartmajimozirje.si

Proeven: Restavraci Gaj, een mix van klassieke en moderne Sloveense keuken vlak bij Beeland www.restavracijagaj.si

In Ljubljana

Logeren: Ljubljana Hotel Park, het allereerste eco-gecertificeerde hotel in de hoofdstad. www.hotelpark.si

Doen: Ontdek het verhaal van de Sloveense bijenteelt in het Slovenian Ethnographic Museum in Ljubljana. In de shop kan je bijenproducten proeven en kopen. 

Proeven: Ga lunchen bij Monstera, het zero waste restaurant van de gerenommeerde Sloveense chef Bine Volcic. monsterabistro.si. Of ga langs bij Kucha, een van de top 50 verantwoorde vegan restaurants ter wereld. kucha.co

Algemeen

Meer informatie over het prachtige Slovenië vind je via www.slovenia.info 

Volg ons op Instagram

Volg @goodbyemag voor leuke tips en bloedmooie vakantie hotspots!

volg ons

Abonneer voordelig!

  • reisreportages over de mooiste vakantiebestemmingen
  • de knapste logeeradressen en lekkerste adresjes
  • tientallen tips voor een vakantie dichtbij of ver weg

abonneer

Deze website maakt gebruik van verschillende type cookies. Hier vind je meer informatie. Akkoord