Terug naar overzicht

Het Olympisch schiereiland: honderd werelden ineen

Helemaal in het noordwesten van de VS ligt een sprookjeswereld verborgen. Een plek met bossen van duizenden jaren oud, waar stilte de norm is en waar een van de meest unieke en verscheiden National Parks van het land verborgen ligt. Welkom op Olympic.

Jens Desmet (tekst en foto’s) zocht de rust op in een uithoek van het Amerikaanse vasteland.

  • Goodbye redactie
    TekstGoodbye redactie

‘De natste plek van de Lower 48’ (de Verenigde Staten zonder buitenbeentjes Alaska en Hawaï): het is niet meteen een titel die reizigers als muziek in de oren klinkt. En begrijpelijk, want met een gemiddelde jaarlijkse regenval van meer dan 3.600 millimeter is het geen bestemming waar je zonder regenjasje naartoe trekt. Wie wil vergelijken: dat is ongeveer vier keer de hoeveelheid neerslag die België elk jaar over zich heen krijgt. En hoewel het in de wintermaanden nog altijd meer regent dan tijdens de zomer, is er hier helemaal geen sprake van een nat en droog seizoen. Je moet met andere woorden op elk moment voorbereid zijn op een trip die letterlijk in het water valt. Een gegeven waar sommige reizigers misschien hun neus voor optrekken, maar dat tegelijkertijd ook zowat de grootste troef van dit uniek stukje VS is. Het zorgt immers voor een microklimaat vol groen en heel specifieke diersoorten die nergens anders ter wereld voorkomen. Het absolute kroonjuweel van Olympic is ongetwijfeld Olympic National Park, dat gefragmenteerd op het schiereiland verspreid ligt en bestaat uit bergen, regenwouden, bossen, een wilde kustlijn, meren, watervallen en rivieren. Een enorm gebied dat een van de meest uiteenlopende National Parks van de VS vormt en, naar verluidt, bovendien een van de stilste plekken van het land is. Voor één keer lijkt regen plots niet zo’n slecht idee.

De achtertuin van de goden

Onze trip begint in Seattle, stad van Starbucks, de Space Needle, technologiegiganten als Microsoft en Amazon, en muziekgoden als Kurt Cobain, Jimi Hendrix en Eddie Vedder. Van hieruit brengt de ferry ons op een half uurtje naar het schiereiland. Dit is – als je het goed timet – iets sneller dan met de wagen een omweg maken, en bovendien word je vanop het water getrakteerd op een knap zicht op de skyline van Seattle. De ligging vlak bij een grote stad maakt van Olympic de ideale achtertuin voor dagjestoeristen die even willen ontsnappen aan de drukte van the big city life en nood hebben aan rust, groen en natuurpracht. De verwachtingen voor dat laatste zijn trouwens torenhoog, want de schoonheid van Olympic wordt niet alleen uitvoerig beschreven in alle toeristische folders, het is ook de reden waarom het schiereiland zo heet. Op het einde van de 18de eeuw, toen de VS nog piepjong was en deze regio nog behoorde tot het nog niet-geannexeerde Wilde Westen, was een Britse zeeman zo onder de indruk van de schoonheid van het gebergte en het vele groen, dat dit een plek moest zijn waar de goden leefden. Hij noemde de hoogste piek van de bergketen meteen Mount Olympus, naar de verblijfplaats van de Griekse goden. Die naam bleef hangen en voor het gemak werd dan maar beslist om het hele schiereiland Olympic te noemen. Een paar honderd jaar later kreeg het natuurgebied dat het overgrote deel van het schiereiland inneemt ook officieel de naam Olympic National Park.

Vergane glorie

Met dat verhaal in ons achterhoofd rijden we vol verwachting met de wagen de ferry af. Zo’n vijftig kilometer verder en een paar desillusies rijker merken we dat hier toch een andere sfeer hangt dan wat onze Britse vriend deed vermoeden. De weg naar het noorden brengt ons langs verschillende dorpjes die hun gloriedagen al een tijdje achter zich hebben, of die wellicht nooit hebben gekend. Gebouwen zijn aftands en grijs, winkels en supermarkten al een paar decennia niet meer opgefrist, en alles voelt hier nogal verlaten aan. Die goden lijken ons toch een verkeerde inschatting te hebben gemaakt… Port Angeles is de laatste tussenstop voor we ons een weg banen naar het National Park. Hoewel het niet in de verste verte op die andere ‘stad der engelen’ een paar duizenden kilometer zuidelijker lijkt, heeft dit kuststadje wel degelijk een zekere je-ne-sais-quoi. Er hangt een bepaalde kunstzinnigheid in de lucht en je vindt er verschillende muurschilderijen, die vaak geschiedenis als thema aanhalen. Port Angeles is niet enkel de grootste stad aan de noordkust van het schiereiland, het is ook de poort naar een van de belangrijkste punten van Olympic National Park: Hurricane Ridge.

De bergen in

Als een gigantische slang baant de weg zich door het landschap, dat steeds groener wordt en ook steeds meer de hoogte ingaat. We zijn op weg naar het eerste deel van het National Park: de Olympic Mountains, waar volgens de overlevering Zeus en zijn kompanen dus zouden verblijven. Er is al bijna een ‘act of god’ nodig wanneer we in een bocht plots moeten remmen voor een overstekend hert en haar kalf. Voor mochten we het nog niet beseffen: we bevinden ons in de wildernis, waar jij je moet aanpassen aan de natuur en niet omgekeerd. Want in de National Parks luidt de hoofdregel: kom en geniet van de wonderen van de natuur, maar wees een toeschouwer en geen medespeler. Het is een heerlijke manier van redeneren en is van cruciaal belang voor het behoud van de natuurlijke rijkdommen, maar wordt in onze contreien nog veel te weinig toegepast. Deze denkwijze is nochtans niets nieuws: het was president Theodore ‘Teddy’ Roosevelt die in 1872 Yellowstone als eerste National Park van de VS (en, naargelang de bron die je erop naleest, ter wereld) oprichtte. Amerikanen zijn ook op vlak van natuurbeheer – gelukkig – een pak patriottischer dan wij.

Bij aankomst aan de top van Hurricane Ridge staat de zon op z’n hoogst en begrijpen we onze Britse zeemansvriend al iets beter. Een uitzicht van kilometers ver met niets dan bergtop na bergtop, bossen, bloemenvelden, herten die ronddartelen en een heerlijk zonnetje op onze smoel: dit is een plek die zelfs een god thuis zou kunnen noemen. Wandelaars kunnen hier kiezen uit trails voor verschillende niveaus, maar zelfs een kort bezoek aan het bezoekerscentrum en een korte stop om te genieten van het uitzicht maakt de rit naar boven al de moeite waard. Al zou dat eigenlijk wel zonde zijn, want je hoeft helemaal geen alpinist te zijn om volledig te kunnen genieten van het bergachtige landschap. Na een paar kilometer op de Hurricane Hill Trail of de Klahhane Ridge Trail bevind je je al op de top van een bergkam en heb je een spectaculair 360-graden uitzicht over het landschap. Bij helder weer kijk je hier zelfs zo tot in Canada. Not bad, ey?

Voel de nattigheid

De volgende dag vertrekken we westwaarts vanuit Port Angeles. Onze bestemming is Sol Duc Falls, een waterval diep in de Olympische bossen. Onze route brengt ons langs Lake Crescent, een prachtig meer dat zo heet omdat het – als je enige zin voor verbeelding hebt – de vorm van een croissant heeft. Aan de oever van het meer bevindt zich de Lake Crescent Lodge, een rustieke logeerplek die een prachtig uitzicht over het meer biedt. We kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat dit een populaire plek is voor wie niet zozeer op zoek is naar watervertier, maar eerder naar mooie zonsondergangen, stilte en rust. De seniorenkoppeltjes die zich, boek onder de arm en glas wijn in de hand, in de strandstoelen nestelen, bevestigen ons vermoeden.

Voor we doorrijden naar Sol Duc Falls, stappen we richting het nabijgelegen Marymere Falls. Zodra we het bos binnengaan, overvalt de vochtigheid ons: de lucht is zwaarder, je ruikt de geur van mos, de grond is bedekt met varens en het wandelpad wordt modderig. Zelfs in hartje zomer is het hier net herfst. Het pad brengt ons langs idyllische stukjes bos, over brugjes en een pittige trap omhoog naar de weinig imposante waterval. Hoe langer we blijven stilstaan, des te meer het opvalt hoe stil dit plekje is. We horen enkel water stromen en vogeltjes fluiten. We beseffen dat dát net de kracht van Olympic is: hier word je niet omvergeblazen door enorme natuurkrachten of spectaculaire kloven, maar ingenomen door de rust. En dat is misschien zelfs nog indrukwekkender.

De wandeltocht naar Sol duc Falls bevestigt dat gevoel: deze wandeling is iets drukker (de waterval is dan ook mooier), maar nog steeds heerst hier vooral een gevoel van ingetogenheid. Het is alsof elke toerist op de een of andere manier het ritme van het bos overneemt en minder praat, minder vervelend doet en gewoon geniet van het gevoel dat je helemaal alleen op de wereld bent en dat er niets anders bestaat dan dit vochtige bos. Het dichte bladerdak houdt ook de meeste zonnestralen tegen, waardoor de temperatuur niet hoger komt dan een vijftiental graden. Een omgeving waar niet enkel (kleine) zoogdieren en insecten van houden, maar waarin ook mossen zich perfect thuis voelen. Die doen het hier zo goed dat ze torenhoge bomen van stam tot tak bedekken. Het is meteen ook wat dit deel van Olympic zo uniek en herkenbaar maakt.

Hoh, Hoh, Hoh

Dat zouden we des te meer merken wanneer we de Hoh Rainforest binnenstappen, volgens kenners de absolute parel van Olympic. Voor we er aankomen, rijden we eerst door Forks, een zoveelste grijs stadje waar amper iets te beleven valt. De naam zal wel een belletje doen rinkelen bij de fans van de Twilight-boeken en –filmreeks. Het romantische verhaal met blinkende vampieren en weerwolven met veel te grote buikspieren speelt zich hier namelijk af. Een gegeven waar de lokale opportunisten natuurlijk gretig op inspelen en allerlei Twilight-prullaria aan de man proberen te brengen. We laten het graag aan ons voorbijgaan en rijden door naar het Hoh-regenwoud.

Yep, ‘regenwoud’. De Hoh is, naast een rivier, ook een van de laatste gematigde regenwouden van de VS en is bovendien door Unesco uitgeroepen tot werelderfgoed en biosfeerreservaat. Het is het best beschermde regenwoud op het noordelijk halfrond en bleef duizenden jaren onaangetast. Hoogtepunt is de Hall of Mosses, een soort altaar van bomen die letterlijk bedolven worden onder mossen. Het maakt de bossen nog groener, donkerder, magischer en eigenlijk ook een beetje eng. Hier wandel je door een sprookjeswereld, waar na elke bocht plots een elfje, kabouter of heks kan opduiken. Het Hoh-regenwoud geeft wandelaars ook toegang tot de diepste delen van Olympic National Park. De Hoh River Trail leidt je op een afwisselend pad langs de Hoh-rivier naar enkele van de meest afgelegen plekjes van het park. Hoe verder je wandelt, hoe stiller het lijkt te worden. Je vindt er zelfs een van de stilste plekjes van de Verenigde Staten, althans volgens geluidstechnicus Gorden Hemptor. Hij ging in 2005 op zoek naar een plekje dat zo stil was dat je er geen enkel geluid hoort dat door mensen gecreëerd wordt, en vond het hier langs de rivier. Hij noemde het project ‘One Square Inch of Silence’. De idee hierachter is dat, als je een klein vierkantje beschermd tegen geluidsvervuiling en ervoor zorgt dat dit plekje stil blijft, je meteen ook een veel groter gebied beschermt. De man lijkt er wonderwel in geslaagd te zijn. 

Beach, please

De derde dag op het schiereiland brengt ons naar opnieuw een compleet ander landschap. We trekken verder westwaarts richting de wilde kustlijn van Washington, waar de verraderlijke zeestromingen al menig surfer wist te verrassen en waar de Stille Oceaan volop op de ruige rotsen inbeukt. Tijdens de zomermaanden is de oceaan gelukkig wat rustiger, en op zonnige dagen vormen de stranden de ideale plek voor een dagje uit. Voor de natuurliefhebber hebben deze stranden echter nog een troef, want deze wateren zitten vol leven. Iets verder weg van de kustlijn zwemmen onder meer bultrugwalvissen en orka’s, in de branding vind je dan weer zeesterren, zee-egels, zeeanemonen, mosselen, kokkels, krabben en kleinere vissoorten. Het mooiste is dat, als je bij eb naar het strand komt, je ze gewoon tijdens een strandwandeling kan spotten in zogeheten ‘tide pools’: ondiepe vijvertjes in de rotsen die enkel vrijkomen wanneer de zee zich terugtrekt. Tijdens een wandeling op het wondermooie Rialto Beach konden we binnengluren in deze schitterende onderwaterwereld. Kijk zeker ook eens omhoog, want de bomen langs het strand zijn een geliefkoosd nestplekje voor Amerikaanse zeearenden, heel herkenbaar aan hun witte kop en tevens het nationale symbool van de VS.

Even verder, en tegelijkertijd op een compleet andere wereld, vind je Second Beach. Waar Rialto vooral een ruige kust heeft, heeft Second Beach meer iets van een paradijselijk strand op de Malediven. Weliswaar zonder palmbomen. Dit brede zandstrand kan je enkel bereiken na een korte maar pittige hike door een bos, maar is wonderbaarlijk mooi. Je kan je bijna niet inbeelden dat deze stranden tot hetzelfde park behoren als de bergen en de bossen die we de voorbije dagen bezochten. De stelling dat Olympic een van de meest verscheiden parken van de VS is, lijkt helemaal te kloppen.

In de schaduw van reuzen

Ons rondje op het Olympisch schiereiland brengt ons verder zuidwaarts, naar Lake Quinault. De Lake Quinault Lodge, onze slaapplek voor de avond, is een historisch gebouw uit 1926 dat trots verwijst naar de Quinault-stam, die hier de oorspronkelijke bewoners waren. De grote tuin van de lodge kijkt uit over het meer, dat ons bovendien trakteert op een schitterende zonsondergang. Beter kunnen we onze dag niet afsluiten.

Ook Quinault heeft zijn eigen regenwoud, dat minder impressionant is als dat langs de Hoh, maar wel uitpakt met indrukwekkende bomen. Nergens ter wereld vind je op zo’n kleine oppervlakte zo’n grote concentratie aan gigantische Sita-sparren, Western Red Cedars en andere reusachtige torens. Reken je Californië en Nieuw-Zeeland even niet mee, vind je hier zelfs de hoogste bomen ter wereld. Het is zo een van die zaken die je gewoon moet zien om de impact ervan volledig te kunnen vatten.

Dit schiereiland is echt een wereld op zich. Het is net alsof hier iemand in ware Wakanda-stijl een gordijn opgetrokken heeft om het tegen invloeden van de rest van de wereld te beschermen. Zelden hebben we op zo’n relatief kleine oppervlakte zoveel verschillende biotopen en landschappen samen gezien. Zouden die goden er dan toch voor iets tussen zitten?

Een oase van rust

Quinault is het laatste punt op onze reis op het Olympisch schiereiland. Van hieruit trekken we terug richting het oosten en de luchthaven van Seattle. Onze vlucht vertrekt morgen pas, maar ons verhaal krijgt nog een onverwachts staartje. Omdat we na een heerlijk rustgevende vierdaagse omgeven door prachtige natuur geen zin hebben in een grijze hotelkamer, opteren we voor een verblijf in de Cedarbrook Lodge. Dit hotel combineert het beste van twee werelden: het bevindt zich op een paar minuten rijden van de luchthaven, maar is tegelijkertijd een groen rustpunt. Dit komt grotendeels – maar niet uitsluitend – door de tuin inclusief waterval en de biologische groenten- en kruidentuin. De Cedarbrook Lodge profileert zich als de ideale plek om te ontspannen voor je het vliegtuig op gaat, en het doet dat met verve. Een simpele aperitief in de tuin, een diner in het fantastische restaurant of een all-out verwenpakket in de wellness: verkeerde keuzes bestaan hier niet. Als je na een bezoek aan het schiereiland verwennerij met Olympische rust wil combineren: this is the place.

  • © Cedarbrook Lodge

Praktisch

Het Olympisch schiereiland is het gemakkelijkst bereikbaar vanuit Seattle. Vanuit Brussel zijn geen rechtstreekse vluchten. Heb je geen zin in een overstap, dan is een vertrek vanuit Amsterdam met KLM jouw beste optie. www.brusselsairlines.com en www.klm.com

Vanuit Seattle brengt de Bainbridge Ferry je naar het schiereiland. Vermijd lange wachttijden door jouw aankomst goed te timen. De Washington State Department of Transportation biedt alle informatie. www.wsdot.wa.gov.

In Olympic regent het het hele jaar door, maar de wintermaanden zijn veruit het natst. Wil je de regenwouden in hun volle glorie bewonderen, is eind mei – begin juni de beste periode, maar de wandelpaden zijn dan op vele plaatsen nog modderig. De zomer biedt dan weer meer kans op beter weer en het spotten van wilde dieren. In het voor- en najaar is de kans groter om walvissen te zien.

Kom je tijdens de zomer, neem dan zeker insectenspray mee. Vergeet ook jouw berenspray niet, want zwarte beren kunnen hier jouw pad kruisen.

Goodbye verbleef op verschillende logies, verspreid over het schiereiland. De Lake Crescent Lodge en Lake Quinault Lodge zijn enkele van de weinige logeerplekken in het National Park en kijken uit over een prachtig meer. Info over beide logies vind je via www.olympicnationalparks.com.

Voor wie op zoek is naar een logeerplek om de laatste nacht voor de terugkeer naar huis door te brengen, is er geen betere keuze dan de Cedarbrook Lodge in SeaTac. In het bijhorende restaurant geniet je van een verrassend verfijnde keuken, en de wellness is ideaal om nog even te relaxen. www.cedarbrooklodge.com

Volg ons op Instagram

Volg @goodbyemag voor leuke tips en bloedmooie vakantie hotspots!

volg ons

Abonneer voordelig!

  • reisreportages over de mooiste vakantiebestemmingen
  • de knapste logeeradressen en lekkerste adresjes
  • tientallen tips voor een vakantie dichtbij of ver weg

abonneer

Deze website maakt gebruik van verschillende type cookies. Hier vind je meer informatie. Akkoord