Madrid op hoge hakken

Scroll naar beneden

Madrid mag dan de meest Spaanse stad van Spanje zijn, ze staat bij de Belgen niet hoog op de lijst van te bezoeken steden. Er is in Madrid in de verste verte geen kust of strand te bespeuren, dat zal er wel iets mee te maken hebben. Maar de grandeur van Spanje’s grootste stad, haar typische wijken en de bijzonder vriendelijke en elegante Madrileños zullen je snel van gedachte doen veranderen!

  • Karen Van Winkel
    Tekst & foto'sKaren Van Winkel

Madrid staat in de rest van Spanje bekend om haar nachtleven, als de stad die nooit slaapt. Hoe later, hoe liever lijkt hier wel het devies. Vandaar dat de Madrilenen ook wel ‘los gatos’ oftewel ‘de katten’ genoemd worden, want dat zijn tenslotte nachtdieren. Al moet je wel drie generaties Madrileens zijn om jezelf tot de katten te mogen rekenen!

Oude eetgewoontes

In Madrid houden ze nog vast aan de traditie om vijf maal per dag te eten. Net omdat ze zo vaak laat eten, drinken en flaneren, slapen ze net wat langer ’s ochtends. Om dan toch op tijd op hun werk te geraken wordt er thuis snelsnel een koffie gedronken met hoogstens een cakeje erbij. Tussen 10u en 11u wordt er gepauzeerd en gaan de meesten in de stad ontbijten. Lunchen doen ze hier dan ook niet rond de middag maar tussen 14u en 16u! Meestal lopen de restaurants vol tussen 15u en 16u. De lunch is de belangrijkste maaltijd van de dag, velen kiezen dan ook voor een menu del día, dat altijd scherp geprijsd is. Rond een uur of zes, zeven volgt een zoete snack. Het avondeten wordt gegeten vanaf een uur of 9, maar vaker is het tegen tien of elf uur. Omdat de lunch meestal copieus is, kiezen de Madrilenen ’s avond voor iets lichts zoals een tapa, tortilla of een bocadillo.

Typische wijken

Madrid is groot en heeft een uitgebreid metronetwerk maar ik wil er toch voor pleiten om de stad te voet te verkennen. De hoofdstad heeft grandeur, prachtige gebouwen die net suikertaarten lijken, brede, propere lanen en zoveel leuks om bovengronds te ontdekken dat het zonde zou zijn om de afstanden in saaie metrotunnels te overbruggen.

Om efficiënt de stad te verkennen, laat ik me gewillig gidsen door foodie Ilse Vanaken van Groeten uit Spanje, de enige Belgische wereldstadsgids met Málaga als haar thuisbasis. Ze woont en werkt er al meer dan tien jaar, maar Madrid kent ze als haar broekzak.

Gran Vìa

De drukste winkelstraat met alle grote ketens is de ideale laan om je te oriënteren als je even de weg kwijtraakt. Alle wegen leiden naar de Gran Vía, zoiets. Hoge, statige gebouwen flankeren de laan en leveren op een paar rooftops geweldig instagramwaardige plaatjes op. Het blijkt ook de ideale achtergrond voor een aperitief op het dakterras van Cìrcullo de bellas artes, helemaal op het einde van de Gran Vía. Een kunstencentrum waar je € 4 per persoon betaalt om de lift naar het dak te mogen nemen maar neem van me aan, het is absoluut de moeite waard! Het is de enige plek waar je 360° zicht hebt op de metropool. Het is er bijna altijd gezellig druk, er zijn dan ook weinig plekken waar je op een ligbed van je cocktail nipt en Madrid vanuit de hoogte kunt bewonderen. Ideaal rond zonsondergang.

De lichtreclame van Schweppes is een iconisch en vaak gefotografeerd beeld van Madrid. Dé plek om van dat uitzicht te genieten is restaurant Picalagartos, het rooftop restaurant van het NH hotel. Supervriendelijke bediening, typisch Spaanse gerechten met een twist én een uitzicht om in te kaderen.

Puerta del sol en de Plaza Mayor

Waar we in de rest van de stad het (fijne) gevoel hadden alleen omringd te zijn door locals moet je die in dit stadsdeel ver gaan zoeken. We zijn op de twee meest toeristische pleinen aanbeland. Op Puerta del sol kan je een foto nemen van je voeten die op het nulpunt van Spanje staan. Dit is ook het plein waar de klok van het Casa de Correos hangt, vooral bekend van het aftellen tot het nieuwe jaar. Traditioneel worden dan 12 druiven gegeten, bij elke klokslag één, dit zou geluk brengen.

De Plaza Mayor, oftewel de Grote Markt, moet je gezien hebben, alleen al voor zijn omvang. Achter het gigantische plein liggen een paar zaken die het vermelden waard zijn, en wel om uiteenlopende redenen. Wil je de geschiedenis induiken, rep je dan naar Sobrino de Botin, het oudste restaurant ter wereld! Gesticht in 1725 en de legende wil dat de oven er altijd is blijven branden, tot de dag van vandaag! Goya, de bekende Spaanse kunstschilder werkte er in zijn jeugd als afwasser. Soms staan er hordes toeristen zich te vergapen aan de eeuwenoude gevel, maar binnen is het best aangenaam zitten in het eeuwenoude decor. Werp eens een blik in de keuken op het gelijkvloers en schrik vooral niet, de specialiteit van het huis is hier namelijk speenvarken. De kleine biggetjes liggen er in zijn geheel én klaargemaakt te wachten op zij die moedig genoeg zijn om er hun mes in te zetten. Vlees vormt hier de hoofdmoot, groenten zijn ver te zoeken. Net zoals in 1725 lijkt me, authentiek is het zeker.

De Mercado de San Miguel is wel van deze tijd en een absoluut foodie walhalla. De prachtige overdekte markt met 33 standjes is de ideale plek om lekkers te scoren. Zet je aan een van de togen, neem iets zoets of zouts en neem er een lekker glaasje bij. Ze verkopen het hier allemaal. Geopend van 10u tot middernacht kan je hier terecht voor een van die vijf eetmomenten, echt elk hongertje is een goed excuus om hier even te passeren.

Chueca & Malasaña

Twee buurten die naadloos in elkaar overlopen. Chueca is gekend voor zijn vrijgevochten karakter en is dé homobuurt van Madrid. Malasaña heeft nog een ruig, ongepolijst kantje en dat spelen ze graag uit.

We ontbijten in Ojala, een hip en eigentijds adres aan een aangenaam pleintje. Het interieur is fris en eigenwijs, de kaart aantrekkelijk. Hier kom je voor gezonde detoxsappen en dito ontbijten. Nog een gezonde tip is Beleeza, een açai bar. Hier wordt elk kommetje met grote zorg bereid en zijn alle ingrediënten superfoods. Het lieve meisje achter de toog maakt het plaatje compleet.

Voor de lunch kiezen we een ware stadsoase, restaurant Younique van boetiekhotel Only You. Een kleinschalig terras en een stijlvol restaurant met een fijn aanbod. De bediening is om ter vriendelijkst en de gerechten om door een ringetje te halen. Locals nemen hier het menu del día, drie gangen voor € 26, inclusief twee glazen wijn of bier. Altijd druk, reserveren is aan te raden. Passeer hier ook eens voor een aperitief, een hele fijne plek om je avond te starten.

Als echte Madrileños trakteren we onszelf in de vroege avond op iets zoets en bij Mama Framboise komen we ruimschoots aan onze trekken. Niet de meest hippe zaak om te zitten maar de patisserie is er van hoog niveau! We kiezen tien pralines uit met namen als Sofia Loren, Mae West en Marie Curie, erg leuk verpakt in een roze etui. Een coffee-to-go erbij en een bankje onder een boom en dan wordt het even stil.

Als de zon eindelijk ondergaat in bloedheet Madrid, zie je de stad tot leven komen. Mensen tutten zich op, dossen zich piekfijn uit, trekken hoge hakken aan en flaneren maar. Wij stopten een fris bloesje en hoge hakken in onze tas. Wel zo fijn om je iets minder plomp te voelen naast al die elegante locals.

Geheel in stijl met de plaatselijke eetgewoonten kiezen we voor het diner iets licht, Bocadillos con jamon bij BDJ. Een aangename bar in wit en hout waar ze maar één ding serveren: de beste broodjes van Madrid. Geen ordinaire afbakbroodjes maar homemade Pan de cristal, de Spaanse versie van ciabatta. Leg daar de beste ham ter wereld op en je hebt een topper! De pan con tomate was ook om duimen en vingers bij af te likken en het glas champagne paste er perfect bij.

Een echte klassieker in Madrid is het broodje met calamares, wij opteerden voor de moderne variant bij El porrón canalla. Wij gingen voor de klassieker met calamares en eentje met een al even klassieke tortilla, die beide à la minute bereid werden. Begeleidende drankjes worden geserveerd in een ‘porrón’, een fles met giettuit waar enige oefening voor verreist is en hilarische taferelen oplevert. Nog een aanrader is Mercado San Ildefonso, al is het even zoeken naar de ingang. Volg de meute doorheen het Filipijnse restaurant Isla Filipina en je komt er vanzelf. Edgy, ruig en hip: hier vind je het allemaal. Kom na 22u, anders zit je er quasi alleen hip te wezen.

Op weg terug naar ons hotel passeren we Casa Camacho, een van de oudste tapasbars van de stad. Fel TL-licht en oude barmannen achter de toog, voor de toog vooral jonge hipsters die de authentieke sfeer wel kunnen pruimen. Hier drink je een ‘yayo’, een cocktail met gin en vermout. Die laatste vind je hier van het vat, vermut de grifo. Je vindt in de stad vele Vermuteria’s die het donkerbruine goedje uit een vat tappen, in niets te vergelijken met de commerciële Martini!

Salamanca

Hier vind je The Golden Mile, de winkelstraat met de duurste winkels en dat zet gelijk de toon. Alles lijkt hier sjiek, de mensen zijn ook overdag piekfijn uitgedost en de sfeer in de restaurants is navenant. Elegante zaken, fijne concepten en een Antonio Banderas die voor de paparazzi wegvlucht, alleen in Salamanca.

Per toeval botsen we op de schattige vitrine van snoepjeswinkel La Pajarita, een familiezaak van meer dan zes generaties. Sinds 1852 maken ze hier dezelfde snoepjes in zestien verschillende smaken, van fruit over koffie tot bloemen. Lekker ouderwets en een ideaal souvenir!

In Taberna Los Gallos lunch of dineer je tussen de Madrilenen en bekende Spaanse koppen. De zaak omvat verschillende etages en heeft een terras en een serre waar er constant verneveld wordt voor verkoeling. Eindig je avond aan de bar waar in het weekend duchtig verder gefeest wordt na het diner. Een lekkere kaart met Spaanse specialiteiten opgediend door de vriendelijkste obers in strak wit pak.

Achter de hoek ligt dé hotspot van Madrid: Amazónico. Sinds de opening twee jaar geleden zit het constant afgeladen vol. Wil je hier in het weekend binnen geraken, reserveer je best zo’n twee maanden op voorhand. Hier gaat het om zien en gezien worden, en om het eten natuurlijk. De Braziliaanse chef tovert al dat lekkers bij elkaar vanuit de open keuken, een ware lust voor het oog.

Vlakbij Plaza de Colón, het momument van Columbus ligt Platea, een must voor foodies. Meer dan 6.000 vierkante meter eten en drinken in deze prachtig gerenoveerde voormalige cinema en discotheek. Hier worden tal van evenementen en concerten georganiseerd, maar passeer er gerust ook voor een aperitief met een paar overheerlijke croquetas con jamón aan de bar en vergaap je aan de grandeur.

Iets helemaal anders, maar heerlijk eigenwijs en geweldig hip is Sala de Despiece, een tapasbar 2.0. De inrichting doet denken aan een slagerij met zijn lange toog en koelboxen aan de muur. De obers dragen schorten gemaakt van handdoeken en bestellingen worden opgenomen via een iPad waarbij ze een grondige uitleg verschaffen over de gerechten. Aan de toog kan je niet reserveren, enkel aan The Butcher’s Table.

Wil je je echt eens helemaal laten gaan en schrikt een Michelinster of twee je niet af, reserveer dan in Coque, een van de beste restaurants van Madrid. Een beleving voor alle zintuigen, je wordt echt ondergedompeld in alle facetten van het restaurant. Niets in het pand verwijst nog naar de voormalige discotheek, de drie broers Sandoval transformeerden het indrukwekkende pand tot een fantastisch en stijlvol geheel met maar veertig couverts. Je start je indrukwekkende eetervaring in de intieme bar in de kelder met een cocktail en een hapje. Al snel wordt duidelijk waarom hier twee Michelinsterren werden uitgedeeld. De volgende halte is de indrukwekkende wijnkelder waar we een sherry uitgeschonken krijgen en je een fles Marquès de Riscal van 1887 kan bewonderen, prijskaartje € 9.500. En zo gaat het verder naar de Dom Pérignon-sacristie voor een glaasje vloeibaar goud en dito hapje, zo lekker dat we er kippenvel van krijgen. Vervolgens komen we in het hart van het restaurant terecht: de keuken. Ook hier krijgen we een hapje met een glas voorgeschoteld. Al wandelend door de keuken ontmoeten we chef Mario, een van de drie broers. Hij ontvangt ons met de glimlach én met de volgende gang: een gedeconstrueerde tortilla in een gouden ei.

Van hieruit worden we naar de tafel begeleid waar we broers nummer twee en drie ontmoeten, sommelier en maître. Aan tafel zullen we nog maar liefst twaalf gangen opgediend krijgen, het is bijna te veel van het goede. Geweldig onder de indruk van zoveel lekkers in zo’n elegante setting nemen we afscheid van de drie broers die ongetwijfeld heel snel drie sterren op hun conto mogen schrijven.

Devour tours

Om ons helemaal onder te dompelen in de Madrileense foodscene, boeken we een wandeling bij Devour Tours. Een leuke extra is de gids, Arantxa, een rasechte local en prettig gestoord. De tour omvat de wijk Huertas, wat moestuin betekent. Dit stuk van de stad was waar vroeger de moestuinen en de boomgaarden van de stad lagen en waar nu nog vele kleinschalige winkels goede zaken doen. Daar gaan we letterlijk van proeven!

Een eerste stop is een van de oudste tapasbars, Casa Alberto, gesticht in 1827. Opvallend is de rode gevel. Die kleur blijkt niet toevallig gekozen: de gevels van oude bars zijn allemaal in hetzelfde rood geschilderd. Zo konden ongeletterden weten dat het etablissement een bar of café was en dat er rode wijn werd geschonken. Simpel, toch?

Een klein hongertje dringt zich op en Arantxa gidst ons doorheen de wijk naar Tu Capricho Chocolat, waar we een ontbijtklassieker van formaat geserveerd krijgen: churros con chocolate. Niet de hele fijne versie maar een portie uit de kluiten gewassen churros met een kop hete chocolade. Die chocolade is geen chocolademelk, hij dient enkel om te soppen. Hier worden ze nog elke ochtend vers gebakken, en dat proef je. Tegenwoordig heeft elke wijk zijn eigen churro-fabriekje waar ’s morgens de lekkernij wordt gebakken en in de namiddag verse chips die je echt overal in Madrid bij een drankje geserveerd krijgt.

In de Calle Cervantes duiken we een oud kaaswinkeltje binnen, de tafel met proevertjes staat al klaar. Spanje is een echt kaasland, vooral in het regenachtige noorden worden vele kazen gefabriceerd. We proeven zes kazen met begeleidende glaasjes witte en rode wijn, echte smaakbommetjes!

Elke buurt heeft zijn eigen overdekte markt, hier bezoeken we de San Anton Mercado. Even leken supermarkten de mercado’s weg te concurreren maar nu zijn ze weer populairder dan ooit. Dit is geen fancy markt maar echt eentje waar de buurt boodschappen komt doen. We proeven van de beste olijven, olijfolie en natuurlijk ham. Spaanser dan Spaans, die jamon! Al is het moeilijk om in te schatten wat nu precies goede ham is en welke de excellente.

Ten slotte duiken we nog de rasechte tapasbar ‘Los Gatos’ binnen. Van de katten, weet je nog? Arantxa legt met de nodige humor uit hoe je je best gedraagt in een tapasbar. Je zoekt een plekje aan de bar en je verdedigt dat vervolgens met je leven. Zoniet zal die plek meteen door een local ingenomen worden. Kijk wat de habitués eten, dat is altijd goed. Bestel een glas vermout, bier of wijn, geen hele fles want je zal niet lang blijven. Je eet je tapa, drinkt je glas en hop, naar de volgende bar waar dit ritueel zich herhaalt. Om deze reden vind je in tapasbars hoegenaamd geen tafels om aan te zitten. Rechtstaand kan een zaak meer volk ontvangen en ben je sneller weer weg.

Van bar naar bar, de ene badend in het felste TL-licht en de andere zo donker dat je je glas soms niet meer terugvindt. Dat is wellicht de leukste manier om Madrid te verkennen. Een echte culinaire stad met voor elk wat wils, van spotgoedkoop tot peperduur en alles ertussenin.

Volg ons op Instagram

Volg @goodbyemag voor leuke tips en bloedmooie vakantie hotspots!

volg ons

Abonneer voordelig!

  • reisreportages over de mooiste vakantiebestemmingen
  • de knapste logeeradressen en lekkerste adresjes
  • tientallen tips voor een vakantie dichtbij of ver weg

abonneer

Deze website maakt gebruik van verschillende type cookies. Hier vind je meer informatie. Akkoord