Rodrigues: Uiterst Oost-Afrika

Scroll naar beneden

Ergens ver, maar écht ver weg in de Indische Oceaan, middenin een wondermooie, immense lagune (200 vierkante km!) ligt de groene, authentieke parel Rodrigues (‘Rodriek’ in de volksmond) verscholen. Dit kleine eiland stond lang in de schaduw van het grotere eiland Mauritius, omdat het zijn ongerepte natuur en authenticiteit wist te bewaren. 

  • Renske Vercammen
    TekstRenske Vercammen
  • Emanuel Parent
    Foto'sEmanuel Parent

Toegegeven, je moet er wat voor over hebben. Dan land je eindelijk op Mauritius (Emanuel, stappen we niet gewoon hier al uit?) en dan moet je nog wachten op een vlucht van 90 minuten. Maar wat een vlucht! De lagune die langzaamaan tevoorschijn komt onder het 60-koppige Mauritian Airlines toestel is onbeschrijflijk mooi. Cyaan, azuur, turquoise, alle blauwtinten zitten erin. Hier en daar in de lagune zie je mini-eilandjes, duidelijk begrensd door bountystranden. Maar niet het cliché bounty postkaartje, eerder een ruwe diamant die nog niet gepolijst is door het toerisme. Wanneer je uit de luchthaven komt, besef je meteen waarom je niet op Mauritius uitgestapt bent, samen met de hordes toeristen. Er staat namelijk bijna niemand aan de miniluchthaven van Rodrigues. Een Fransman die hier al jaren terugkomt verzekert me dat het een eiland is voor rustzoekers en liefhebbers van de authenticiteit. Ik ben benieuwd!

Het pure eiland 

We begonnen onze reis bij het prachtige Tekoma Beach, dat volledig gaat voor de filosofie van ‘barefoot luxury’, zijnde basisluxe in de pure natuur. Tekoma Beach ligt pal op een van de mooiste stranden van het eiland, op een mooie heuvel met ongelofelijk zeezicht. Bovendien heeft elk huisje een buitenbad. Een bad nemen met zeebries is dan ook zeker een must. Er zijn slechts een paar hotels op Rodrigues en verder vind je er alleen snoezige guesthouses, zoals Tekoma Beach. We merken al snel dat dát net de kracht is van het eiland. Serge Clair, een vorige hoge pief van het eiland, predikte dat men absoluut niet hoger mag bouwen dan de hoogte van een kokosboom. Hoogbouw is dan ook onbestaande op het eiland. Dit in tegenstelling tot het eiland Mauritius, dat dan ook veel meer toeristen en honeymooners ontvangt. Je zou denken dat Rodrigues jaloers is op hun grotere aantallen toeristen, maar het tegendeel is waar. Rodrigues is zodanig authentiek dat het doorschemert in de manier waarop ze leven. Wanneer je als westerse toerist een deal probeert te maken om een scooter zeven dagen te huren aan een goedkopere prijs, begrijpen ze je niet. Ze leven gewoon hun leven en opportunisme is hen vreemd. Een goede les voor een westerling. We zitten dan ook in uiterst Oost-Afrika, zo ver van het gejaagde, westerse leven verwijderd. Het is zo’n mooie eigenschap, waar we ons aanvankelijk een beetje aan ergerden, maar het is nu eenmaal het gevolg van een authentiek eilandleven.

Economisch gezien heeft Rodrigues dan ook weinig tot geen industrie, geen commerciële visvangst en het heeft zoals eerder gezegd geen over de toeren draaiende toeristenmachine. Op agricultureel gebied gaat het puur om levensonderhoud. Elke familie heeft dan ook haar eigen groenten, fruitbomen, varkens en geitjes. Met je geitjes gaan wandelen is dan ook iets wat je geregeld ziet op Rodrigues, het levert een ontroerend beeld op. Sommige van de Rodriguanen hebben een klein vissersbootje en de vrouwen jagen op octopussen in de lagune. Rodrigues was ooit dichtbebost met ebbenhouten woud. Reuzenschildpadden zwierven toen het eiland rond in grote getale, unieke vogelsoorten sprongen op de takken, of de aan de dodo verwante Rodriguessolitaire wandelde olijk rond. Toen kwam de kolonisatie en dit maakte van het eiland een ecologische rampzone. Nu is het grootste deel van het bos weg, en de meeste vogels bijgevolg ook. Sommige vogelsoorten zijn er dan weer gelukkig van uitsterven gered. En als we even positief zijn: er is een reservaat op Rodrigues waar reuzenschildpadden dartel kunnen verder paren en leven.  

Ondanks het grotendeels verdwijnen van het oerwoud, ziet Rodrigues er nog steeds ongelofelijk mooi uit. Er 'zijn bergen' van maximaal 400 meter hoog, er is terrasbouw (die niet benut wordt maar die wel een Aziatische feel geeft), je hebt de prachtige stranden én vulkanische ondergrond. Er zijn géén beach bars, geen zonnekloppers en geen vervelende parasolverkopers. Alle stranden van Rodrigues zijn openbaar, met één groot verschil met Mauritius: er is geen publiek op de stranden. Aan Trou d‘Argent, de meest gefotografeerde plek van het eiland, was het enige teken van leven een koe die op het gras nabij het strand lag. En het enige geluid dat je kon waarnemen, was dat van een kip met haar kuikens.

Ons tweede verblijf was Bakwa Lodge, een minimalistische eco-lodge. Het uitzicht vanuit je hut met buitendouche is zodanig verbluffend dat je zou willen blijven douchen. Maar doe dat vooral niet, dat zou namelijk volledig ingaan tegen de ‘Save water'-filosofie van Rodrigues. Want het eiland zet steeds meer in op ecologie en duurzaamheid. We hoorden het ook al via de intercom op het vliegtuig: plastic zakken zijn verboden op het eiland, je bent dan ook verplicht deze achter te laten in de aankomsthal. Sinds 2014 is het verboden om met plastic tassen over straat te gaan. Je mag geen plastic tassen gebruiken, distribueren, verkopen, fabriceren, importeren of op voorraad houden. Voor zo’n klein Afrikaans eiland is het uiteraard heel erg vooruitstrevend om zo’n regel in te voeren. Ze zijn daarmee Mauritius bijvoorbeeld ver vooruit. In Kenia hebben ze het gebruik van plastic zakken eerder ook al verboden. Het is de strengste wet ter wereld op dat vlak. En de resultaten zijn opzienbarend: in vergelijking met vroeger gaat er nu al minder dan de helft van de massa afval naar de stortplaatsen.

Indisch versus Afrikaans

De Creeolse keuken van Rodrigues is Geweldig met grote G. Misschien zegt men dat vaak van de gastronomie op een eiland, maar hier is het werkelijk verbluffend. De vulkanische ondergrond is uiteraard bevorderend voor alles. Alle groenten en fruit zijn organisch, aangezien de lokale boeren zich hier geen geïmporteerde pesticiden kunnen veroorloven. Favoriete kookmethodes zijn rougail (casserole met tomaten), cari (curry) zachtjes gekruid met gember en garam masala. En dat is het schitterende aan de Rodriguaanse keuken: de invloeden uit India die gepaard gaan met de Afrikaanse tradities. Eet zeker cono cono ( bouillon van krab) en gerookte, gemarineerde marlin (vis) met limoensap en kruiden… Eet daarbij een pasta, gemaakt van groene chili, zo heet als wasabi. Als dessert eet je vers geklopte kokosmousse, what else?

Uitheemse invloeden

Werkelijk alles aan dit eiland doet lieflijk en authentiek aan. Zo alludeer ik graag naar de plaatsnamen: Grande Montagne, Rivière Banane, Rivière Coco, Malabar, Chateau de Fleur, Mont Limon, Mont du Sable, Trou d’Argent, Caverne Patate, Île aux crabe, Île au cocos en het schattig klinkende Cascade Pistache. Wanneer je de eilandkaart bij de hand neemt, overvalt je het vrolijke gevoel alsof je een schatkaart raadpleegt. Volgens de lokale bevolking ligt er trouwens een schat verborgen in Trou d’Argent. Wij zijn er gaan duiken, maar ik vond er helaas niet meer dan een blinkende schelp, waar een gigantische zeeslak uitkronkelde. De plek alleen al was voor ons echter een parel der natuur.

Rodriek heeft culturele eigenschappen die charmeren en verwonderen. Men rijdt er links, de wegaanduidingen zijn UK-style, de munteenheid (roepie) en het pikante eten onthullen de invloeden van India. De Fransen zijn hier maar 74 jaar aan de macht geweest (van 1735 tot 1809) en de Engelsen de anderhalve eeuw erna. En toch overheerst hier vreemd genoeg de Franse cultuur. Engels mag op papier de officiële taal zijn, maar de meesten spreken Creeols Frans of gewoonweg Frans. De winkels zijn 'quincailleries, tabagies, boucheries'.

En hoewel de naam van het eiland van oorsprong een Portugees woord is (Rodrigues werd vernoemd naar haar ontdekker), wordt het op z'n Frans uitgesproken. Zeg dus 'Rodrigg' en niet 'Rodrigges'. Het eiland werd onafhankelijk van het Verenigd Koninkrijk in 1968, samen met Mauritius. Maar er zijn nog steeds zoveel restanten van de Britse manier van leven. Rodrigues wilde niet onafhankelijk worden van het VK, de bevolking heeft nog lang hierna getreurd en de Britse vlag bleef hangen.

Een heel groot, klein dorp

Rodrigues is maar 18 km lang en 8 km breed, maar toch heeft het zoveel te bieden. Na een week rondscooteren op het eiland, over heuvel en langs alle stranden, hebben we nog steeds niet alles gezien. In Port Mathurin, de 'hoofdstad' van het eiland, is er elke zaterdag een markt. Daar heb je prachtige, koloniale gebouwen en straten zoals Victoria Street, Johnson Street en Rue de la Solidarité. Het zorgt voor een dynamisch stadsgevoel, maar tegelijkertijd heeft het iets zeer slaperig. De markt schudt je dan wel terug wakker. Daar kwamen we, op een eiland in het midden van de Indische oceaan, een vroegere vriend tegen. De wereld is een dorp. Hij vertelde ons bij het slurpen van een vers gehakte kokosnoot dat zijn vrouw hoofd toerisme is van het eiland. Onze volgende uitstap naar het eiland was gegarandeerd, want we moesten immers absoluut terugkomen. We werden door de gelukzak die nu inmiddels tien jaar op het eiland woont uitgenodigd voor een aperitief en hij nam ons door zijn kleine eigen jungle, waar kokosnoten en passievruchten in grote getale in onze zak mee naar huis gestopt werden. De douaneman keek ons bij vertrek geamuseerd aan en betwijfelde of de inhoud van de zak ooit zijn eindbestemming zou halen.

Van dit vrolijke koppel kregen we te horen dat de Rodriguanen het eigenlijk zeer goed hebben. De overheid voorziet hen van bakstenen woningen, maar niet iedereen wil erin wonen. Sommige mensen blijven graag in hun golfplaten hut wonen, wat niet zo aangenaam moet zijn in het cyclonenseizoen. De langdurige droogtes en cyclonen vormen een permanente bedreiging voor de bevolking van Rodrigues. De droge, warme periodes vallen meestal tussen september en november en de cyclonen komen voor tussen november en april. Naast de hevige regenval zorgen de cyclonen ook voor veel materiële schade. Rodrigues gaat meer gebukt onder cyclonen dan welk eiland ook in de Indische Oceaan. De hoogst gemeten windsnelheid tot 1975 in de Indische Oceaan was 276 km per uur.  

Wat dan weer wel geweldig is: misdaad bestaat niet op het eiland. De gevangenis mét seaview huisvest naar het schijnt slechts zes mensen, in een come-and-go-as-you-please regime. Niemand herinnert zich nog de laatste moord op het eiland. In elk geval, gevaarlijke misdadigers worden sito presto op een boot gezet naar Mauritius.  

Gouden webben

Arachnofoben opgelet! Een opmerkelijk feit op Rodrigues was het aantal gigantische spinnen in grote webben tussen elektriciteitskabels en bomen. Je kan er tot twintig in één web tellen. Het is de Nephila Inaurata, bewoner van vele eilanden in de Indische Oceaan. Ze zijn gelukkig niet giftig, maar zelfs vogels en vleermuizen kunnen blijven hangen in hun grote, sterke, gouden webben. Ze werken allen samen om een zo groot mogelijke prooi te kunnen vangen en zo het trage, Rodriguese leven verder te zetten. Ik kan alleen maar zeggen: buk maar goed wanneer je onder een elektriciteitspaal scootert.

Rodrigues is zo authentiek en vecht nog zo sterk tegen al hetgeen de bevolking niet wil. De vraag is hoe lang dit nog kan blijven duren. Voorlopig doen ze het goed, maar hoe lang gaan ze zo authentiek kunnen blijven? Mauritius laat bijvoorbeeld de Japanners toe om in hun wateren op walvissen te jagen. Dit is iets wat de mensen van Rodrigues de stuipen op het lijf jaagt. De eigenares van onze guesthouse vertelde zo mooi over de jaarlijkse passage van de bultruggen, die en masse net langs de lagune passeren, samen met hun baby's. Dit is iets wat bewaard moet blijven. Samen met de authenticiteit van de bevolking én de natuur. Bij deze lijkt het me een normale vraag énkel naar Rodrigues te komen wanneer je die normen en waarden ten volle kan respecteren. Ik hoop het eiland over twintig jaar nog steeds als datzelfde ecoparadijs te kunnen bewonderen… Puur, warm, zalig Rodrigues, deze reportage brengt ons in een innerlijke tweestrijd. Want je moet die ongeschondenheid bewaren, maar ik wil ook graag dat mensen je leren kennen.. 

Praktisch

Reistijd

Mei, juni, juli, augustus, september en oktober zijn de beste maanden om naar Rodrigues te reizen. Hiermee vermijd je de hete zomerperiode met kans op tropische stormen.

Tips van Goodbye

Heerlijk slapen in Bakwa Lodge en Tekoma Beach

www.bakwalodge.com
www.tekoma-hotel.com

Le Marlin bleu: voor de kokosmousse en het zeezicht

Guesthouse La Giraudière

Ga snorkelen aan Rivière Banane

Huur geen auto, maar scooter het eiland rond!

Deze reportage werd eerder gepubliceerd in Goodbye #17. Wil je als eerste de knapste reisverhalen lezen? Met een abonnement op Goodbye krijg je vier nummers gratis bezorgd én geniet je van een mooie korting. Een nummer gemist? Haal jouw ontbrekende Goodbye in huis via BOL.com

Volg ons op Instagram

Volg @goodbyemag voor leuke tips en bloedmooie vakantie hotspots!

volg ons

Abonneer voordelig!

  • reisreportages over de mooiste vakantiebestemmingen
  • de knapste logeeradressen en lekkerste adresjes
  • tientallen tips voor een vakantie dichtbij of ver weg

abonneer

Deze website maakt gebruik van verschillende type cookies. Hier vind je meer informatie. Akkoord