Santo Domingo: de eerste stad van de Nieuwe Wereld

Scroll naar beneden

Hagelwitte stranden, de Caribische zee en gebronsde knapperds onder een wuivende palmboom. U kent ze, de afgelikte plaatjes. Ze passen naadloos in het wegdromerige decor dat handige reclamejongens van de Dominicaanse Republiek graag oproepen. Uiteraard is er niks mis met een potje chillen op dit paradijselijke eiland, maar de toerist die verder kijkt dan zijn strand lang is, moet weten dat het heus meer te bieden heeft dan het klassieke triootje zee, zon en zand.

  • Tekst & foto'sGuy Meus

Neem nu de hoofdstad Santo Domingo, de eerste stad van de Nieuwe Wereld waar je als het ware in de voetsporen treedt van de Spaanse conquistadores. De Zona Colonial, het oude historische centrum, is dan ook the place to be om de sfeer van weleer, zowat 500 jaar geleden, op te snuiven. Voor een wandeling langs de belangrijkste bezienswaardigheden heb ik afgesproken met gids Eduard in mijn hotel, een koloniaal juweeltje uit de 16de eeuw. Tegenover ligt een al even statig pand uit die tijd waar de Belgische ereconsul verblijf hield en dat recent ook tot een luxehotel omgevormd werd.

We lopen door de Calle Las Damas, een schilderachtige straat die geflankeerd wordt door lage huizen met blijmakende, pastelkleurige gevels. Ze is genoemd naar de Spaanse adellijke dames die hier ooit flaneerden en een aardig m’as-tu-vu-showtje opvoerden. Binnen de kortste keren loop ik met enige fantasie in de voetsporen van Don Bartolomé Colón, die in 1496 de stad aan de oever van de Río Ozama stichtte. Zijn broer Christoffel was al in 1492 op het eiland aan land gegaan. Dan volgt Don Diego, zoon van zijn beroemde papa, die als onderkoning van Spanje van hieruit de pas veroverde gebieden voor de koning bestierde. Naast hem schrijdt Doña María de Toledo, zijn echtgenote, een paar dochters en zijn zoontje. De glimmende prelaat in paarse soutane uiterst rechts moet ongetwijfeld de eerste aartsbisschop zijn van het nieuwe continent en in de rijzige figuur met goudbrokaten mantel herken ik als gouverneur Nicolás de Ovando, die een reeks prachtige stadspaleizen liet bouwen. Ik stap even naar hem toe om hem te bedanken voor het voortreffelijke verblijf in zijn voormalige residentie waar ik de nacht heb doorgebracht. Achter hen volgt nog een stoet notabelen en een sliert duffe functionarissen met perkamenten schrijfrollen onder de arm. Ook de security is present: soldaten met woest krullende knevels en matrozen met zwarte ooglappen en een aap op hun schouder. Pirates of the Caribean, echt echt!

Maar even terug naar de realiteit. We staan zo in het Parque Colón, vlak voor de kathedraal. Die heet met naam en toenaam Nuestra Señora Santa Maria de la Encarnación, Primada de América. Een mondvol heiligheid. Noblesse oblige. Voor het standbeeld van Columbus himself die zelfbewust zijn wijsvinger uitstrekt in de richting van de zee waar hij aan land kwam, fladdert een troep wispelturige duiven. Bij toerbeurt komen ze op het edele hoofd van de grote ontdekker hun gevoeg doen. O tempora, o mores! Waar is het respect voor de groten der aarde gebleven?

  • Parque Colón

Een spurtje door de geschiedenis

Als je door de straten wandelt van de zona colonial met zijn vele historische, knap gerestaureerde gebouwen, besef je meteen dat dit historische stadsdeel in 1990 terecht een plaats kreeg op de werelderfgoedlijst van de Unesco. Voor die tijd, zo weet gids Eduard, lagen vele relicten uit de koloniale tijd er maar verkommerd bij. Het belang van de hoofdstad en de haven nam na de hoogdagen in de eerste helft van de 16de eeuw zienderogen af omdat snel duidelijk was dat de zilver- en goudvoorraden op het eiland nogal schaars waren. Na goed 60 jaar kwam er al een einde aan de Columbus-dynastie. Voeg daar nog bij dat een zekere Francis Drake, de Engelse succesvolle piraat-politicus, in dienst van de Queen, in 1586 nagenoeg de hele stad plunderde en ze met de grond gelijk maakte.

In de latere eeuwen volgden heel wat gevechten om de macht op Hispaniola of la Isla Española (het kleine Spanje) tussen Spanjaarden, Britten, Fransen en vooral de Haïtianen die de Fransen van het westelijke deel van het eiland verdreven hadden en in 1804 onafhankelijk werden. Hetzelfde gebeurde in 1844 op de andere helft van het eiland nadat de Spanjaarden met Engelse hulp de Haïtianen verdreven hadden. In 1930 trof een zware orkaan de stad, waarna ze helemaal heropgebouwd werd.

Zoals in veel Latijns-Amerikaanse landen kwam ook hier in de jaren 30 van de 20ste eeuw een dictator aan de macht. Dat was de gevreesde generaal Rafael Trujillo, die de bevolking een drietal decennia onder de knoet hield. Fraude bij de verkiezingen, schandalen, corruptie, nepotisme, terreur, machtsmisbruik en politieke moorden waren schering en inslag. In zijn roman Het feest van de bok schetst Nobelprijswinnaar Mario Vargas Lllosa een vernietigend beeld van deze dictator. Samen met orkaangeweld en aardbevingen is dit een constante in de complexe geschiedenis van dit land.

Onder Joaquin Balaguer, de opvolger van Trujillo, was de politieke toestand al niet veel beter. Ook de Amerikanen kwamen zich even later mengen in hun broeierige ‘achtertuin’, zeker nadat in 1956 Fidel Castro in Cuba de macht van dictator Batista had overgenomen en de Amerikanen een neus had gezet. Het is haast een wonder te noemen dat ondanks dat geweld, corruptieschandalen en natuurrampen toch nog aandacht werd besteed aan het rijke koloniale erfgoed. Vele keren werden historische panden heropgebouwd of gerestaureerd, maar een grondige opfrisbeurt kreeg het koloniale hart pas echt een goede vijf jaar geleden. Een en ander is volgens Eduard te danken aan het progressieve bewind onder de charismatische president Danilo Medina, die in 2020 na twee ambtstermijnen de fakkel doorgaf.

  • De Casas Reales of Koninklijke Paleizen

Koloniale flair

Historisch is hier zowat alles. Logisch, in de oudste stad van El Mundo Nuevo. Neem nu de kathedraal: dertig jaar na de start van de bouwwerken in 1510 was ze pas klaar. Verschillende stijlvormen van gotisch over renaissance en Spaanse barok (plateresco voor de kenners) passeren de architecturale revue. Vooral de hoofdingang, het westelijke portaal in zachtgele zandsteen, is een staaltje van geraffineerd beeldhouwwerk. We vervolgen onze wandeling en lopen nu naar het Fortaleza Ozama. Het was het militaire fort dat de haven moest bewaken en het ziet er met zijn robuuste verdedigingstoren, la torre del homanaje, erg heldhaftig uit. In de tijd van Trujillo werd hier volgens Eduard vreselijk gefolterd.

Vervolgens stappen we even binnen in het Panteón Nacional, een voormalige jezuïetenkerk, die nu fungeert als mausoleum voor nationale helden. De wacht wordt gehouden door militairen in gala-uniformen en de vele vaderlandse vlaggen ogen heroïsch. Dan volgt een erg belangrijk gebouw dat de Casas Reales genoemd wordt. Hier zetelde eertijds het Spaanse bestuur en werd recht gesproken. Nu is het statige gebouw een interessant museum waar je onder meer inzicht krijgt in de scheepsroutes die Columbus volgde, de belegering van de stad door Francis Drake, de suikerrietteelt op het eiland, de slavenhandel en de vreselijke bestraffingmethoden.

En dan komen we aan op het ruime Plaza de España waar het Alcàzar, het in 1510 opgerichte en indrukwekkende paleis van Diego Columbus, prijkt in volle glorie. Na het verblijf van de familie Columbus verpieterde het paleis de volgende eeuwen volkomen en deed het voor andere doeleinden dienst. Pas in 1955 werd een grondige en bijzonder geslaagde restauratie uitgevoerd met respect voor de Moors-gotische stijl van weleer. Eerlijkheidshalve moet gezegd worden dat geen enkel voorwerp uit de tijd van de familie Columbus authentiek is, maar de 22 zalen waar je met gids of audiogids doorheen wandelt zijn wel rijkelijk gemeubileerd. Het geeft een goed beeld van het leven en wonen van een adellijke familie in het begin van de 16de eeuw. Aan de achterkant op de tweede verdieping heb je bovendien een weids uitzicht op de rivier de Osama en de vier achter elkaar liggende bruggen die naar de andere kant van de stad leiden.

  • Koninklijk Paleis van Diego Columbus

Couleur local gekruid met een aroma delicioso dominicano!

Genoeg gemijmerd over het fascinerende verleden van de stad. Hoog tijd voor de realiteit en daarvoor is het hoekcafé El Conde met zicht op de okerkleurige kathedraal, het ivoorwitte Palacio Consistorial of stadhuis met trotse toren en het ruime Parque de Colón uiterst geschikt. Op het terras lurken gedistingeerde heren met aanzet tot buikje aan een vette puro (sigaar), lezen El Nacionál, drinken hun ‘vitamina R’ (hun geliefde rum of ron) of hun ‘presidente’, een nationaal biertje, spelen domino of schaak, bekritiseren de plaatselijke baseballploeg (bèisbol is de nationale sport) en tateren er lustig op los.

Ook in het park gaat het er geanimeerd aan toe. Ganse families strijken neer op het grasveld voor een picknick, een ijscoman doet gouden zaken, schoenenpoetsers nemen plaats op een bank naast een vingervlugge maker van sombrero’s uit palmtakken. Een verknipte predikant van een of ander kerkgenootschap kondigt luidkeels in een microfoon het einde van de wereld aan, terwijl een licht ontregelde dame, gespeend van ook maar een greintje zangtalent, een Bijbelse psalm aanheft. ‘Vrijheid van meningsuiting is een verworven recht in mijn land’, monkelt mijn buur; dat was vroeger wel even anders, hoor ik hem denken.

Even later lopen we door de lange, drukke, verkeersvrije winkelstraat, de Calle del Conde. De straat met enkele statige, oude herenhuizen met mooie gevels en balkons is erg levendig. Op de begane grond huizen bars, ijssalons, restaurants, kapperszaken, sigarenboeren, kruideniers-en souvenirwinkels. Houd je van sieraden uit amber en larimar - een lichtblauwe halfedelsteen die in het land gedolven wordt-, dan is de keuze groot. Op straat kun je je afgepeigerde hoofd en in de knoop liggende halswervels kundig door bloedmooie massagemeisjes laten kneden en her en der kun je schilderijen kopen die geïnspireerd zijn op Haïtiaanse patronen.

De wandelboulevard eindigt bij de Puerta del Conde, de oudste toegangspoort tot de stad en wordt geflankeerd door forse omwallingen. In het Parque de la Independencia erachter kun je het mausoleum bezoeken dat gewijd is aan Sanchez, Mella en Duarte, de drie vaders des vaderlands of Los trinitarios die de republiek in 1844 stichtten. Een al even gezellige buurt met een sliert aaneensluitende terrassen ligt vlak bij het Alcázar of het voormalige paleis van Diego Columbus op de Plaza de España. Ook hier gaat het er, zoals overigens overal in de stad, bijzonder relaxed aan toe. Heel wat jongeren, vooral studenten, locals en toeristen zitten er tot diep in de nacht aan drankjes te nippen en gezellig te keuvelen. Ik waan me even op een terras in mijn thuisstad Leuven, want tot mijn verbazing vloeien zelfs Stella, Hoegaerden en Leffe hier even vlot uit de tapkranen.

  • Sfeer op Dominicaanse pleinen.

Buiten de stad

Als je even de drukte van de stad wilt ontvluchten, biedt een mooi park even buiten de stad vast wel soelaas. Je rijdt er naartoe langs het nogal megalomane monument in de vorm van een liggend kruis, de Faro a Colon, dat in 1992 ter ere van de ontdekker van de nieuwe wereld opgericht werd. Het park even verderop heet Los Tres Ojos (De Drie Ogen) en is bekend vanwege de indrukwekkende druipsteengrotten met ondergrondse, azuurblauwe meertjes, de zogenaamde ‘ojos’. Met een overzetbootje kun je naar een vierde meertje, waar je vissen kunt voederen en waar je je in een heuse jungle waant. Ook een wandeling langs de Malecón, de zeeboulevard langs de kust, met parken, eettenten en vele attracties, is bij een langer verblijf alvast een optie.

  • Opvallend veel schilderkunst in winkels en op straathoeken

Praktisch

Deze reis kwam tot stand dankzij de steun van de lokale touroperator Carribean Tours met gids Eduard Contreras en met ondersteuning van de Toeristische Dienst van de Dominikaanse Republiek, Lloyd Georgelaan 10, 1000 Brussel. carribeantours.ch en godominicanrepublic.com

Wij vlogen met touroperator TUI. Tuifly biedt vier vluchten per week aan tussen Brussel en Punta Cana en tweemaal per week tussen Brussel en de hoofdstad Santo Domingo. Duur: ongeveer 9 uur. Voor prijzen en promoties verwijzen we naar de website tuifly.com

Overnachting

Casas del XVI Boutique Hotel ligt in het oude, koloniale hart op 400 m van de kathedraal in de Calle Padre Billini 252. Luxueuze kamers met alle comfort, heerlijk ontbijt in de patio onder een enorme mangoboom, perfecte en vriendelijke service, op en top colonial feelingcasasdelxvi.com

Hostel Nicolás de Ovando in het hart van de koloniale zone in de Calle Las Damas. Unieke locatie, puur koloniale stijl in gebouw uit 1502. Ruime comfortabele kamers rond een patio en zwembad, mooi uitzicht op de rivier de Ozama, prima ontbijt op terras in buffetvorm, supervriendelijke bediening. hodelpanicolasdeovando.com

De Dominicaanse Republiek

De Dominicaanse Republiek heeft een oppervlakte van 48.192 km², telt ongeveer elf miljoen inwoners en beslaat twee derde van het eiland Hispaniola in de Caribische Zee. Santo Domingo is een stad met naar schatting drie miljoen mensen. Het eiland grenst in het westen aan Haïti, dat een derde van het grondgebied uitmaakt. Ten noorden ligt de Atlantische Oceaan en in het zuiden de Caribische Zee. De huidige president is Luis Abinader.

Vervoer

Als je vanuit de hoofdstad het binnenland wilt verkennen, dan kan een huurauto van pas komen. Maar een wijs man doet dat niet. Het verkeer, zeker op rotondes en kruisingen, is hels en chaotisch, en redelijke regels als links inhalen, stoppen bij rood en voorrang verlenen, lijken voor de gemiddelde Dominicaanse weggebruiker een inbreuk op zijn vrijheid. Beschik je zelf over stalen zenuwen en probeer je je karretje toch deukvrij door het verkeer te loodsen, dan volgen hier enkele tips. Snij op kruisingen gezwind de pas af van iedereen die erover wil, geef motorfietsers, meestal een tof gezinnetje van vier dat dezelfde zit deelt, geen schijn van kans en plak hen zonder scrupules tegen de berm en maak vooral gretig gebruik van je claxon als gewaardeerde bijdrage aan het bruisende verkeer.

  • Moderne bar in gerenoveerd oud pand

Volg ons op Instagram

Volg @goodbyemag voor leuke tips en bloedmooie vakantie hotspots!

volg ons

Abonneer voordelig!

  • reisreportages over de mooiste vakantiebestemmingen
  • de knapste logeeradressen en lekkerste adresjes
  • tientallen tips voor een vakantie dichtbij of ver weg

abonneer

Deze website maakt gebruik van verschillende type cookies. Hier vind je meer informatie. Akkoord