Het reispaspoort van Britt Van Marsenille
Elke week vragen wij een bekend en/of interessant persoon uit over zijn of haar reisavonturen en -gewoontes. Deze week Britt Van Marsenille, imker en radio- en tv-presentatrice.
Elke week vragen wij een bekend en/of interessant persoon uit over zijn of haar reisavonturen en -gewoontes. Deze week Lize Spit, auteur van de besteller 'Het smelt'. Haar nieuwste roman 'Ik ben er niet' ligt nog maar een dikke maand in de winkelrekken, maar lijkt nog een groter succes te worden dan haar meermaals bekroonde debuut.
Naar Frankrijk, meebepaald naar de Morvan, omdat mijn beste vriendin daar naartoe geëmigreerd is. Ze heeft afgelopen jaar een kindje gekregen, waarvan ik meter werd. Ik heb haar door de strenge coronamaatregelen sindsdien slechts één keer kunnen zien, en ik kan niet wachten om hen eindelijk nog eens in de armen te sluiten.
Ik heb diabetes, dus de helft van mijn bagage bestaat uit medisch materiaal. Wanneer ik buiten de landsgrenzen reis, moet ik mijn medisch materiaal ook zo over de (hand)bagage verspreiden dat, wanneer een van de koffers gestolen zou worden, ik alsnog genoeg overhoud om niet in de penarie te komen. En een koptelefoon, zodat ik me kan afsluiten van alle geluid, om muziek te luisteren.
Op Mount Koya in Japan, waar je aankomt na een lange, trage reis langs steile bergwanden, met trammen en kabelliftjes.
Uit het raam kijken naar de omgeving, kijken of er gezellig licht aan te knippen valt en beslissen wie aan welke kant in bed slaapt.
Reizen in eigen land, of met de trein Frankrijk doorkruisen in de herfst. Hoeveel mensen stappen op het vliegtuig om een andere cultuur te ontdekken, maar zijn nog nooit een weekendje in Brussel geweest om zich te verdiepen in de veelzijdigheid van onze hoofdstad?
Spicy ramen in Tokyo.
Ik lees op reis graag dikke of meeslepende boeken. Ik kan me zelf nog goed herinneren op welke reislocatie ik welk boek uitlas. 'Bonita Avenue' in Zuid-Italië. 'Joe Speedboot' in Frankrijk. 'Alsof het voorbij was’ in Portugal. Ik heb zelf net een nieuw boek afgewerkt, 'Ik ben er niet’ - ik zou het mensen ook niet afraden dit ergens in alle rust te lezen.
De zee. Als ik geen golven heb gezien - en liefst pootje heb gebaad - voelt het alsof ik niet echt ‘weg' ben geweest.
Mijn (t)huis. Het fijnste aan reizen vind ik het nadien in een keurig achtergelaten huis weer thuiskomen en na een nachtje slapen de orde van de dag weer oppakken.
Op promotournéé door Duitsland heb ik eens mogen overnachten in een Duits sterrenhotel, samen met mijn Duitse redacteur. Althoff Grandhotel Schloss Bensberg is gelegen in een oud kasteel, het had veel weg van het Grand Budapest Hotel uit de film van Wes Anderson. Het was zo mooi om daar te slapen, dat het jammer was dat ik m’n kamer niet met iemand kon delen. ’s Ochtends aan het ontbijt stond er honing, niet verpakt in plastic kuipjes maar vers af te schrapen van de graat. En slapen in een waterdichte tent heeft ook wel iets.
Ik zoek nooit meer mouwloos de zon op, nadat ik eens tot blaren toe verbrandde. Dus een dun hemd en een losse lange broek: ideaal.
Rondslenteren. En bij een citytrip: een museum van Moderne of Hedendaagse Kunst bezoeken, indien aanwezig.
Vijftien jaar geleden, toen ik aan een winkelbediende in Parijs vroeg of ze ook Nederlands sprak (omdat ik me in Brussel waande, en niet uit mijn woorden kwam.)