Edinburgh: een spannende mix tussen oud en nieuw

Scroll naar beneden

De Schotse keuken staat nu niet meteen bekend voor zijn sexy gerechten. Haggis heeft een ronduit slechte reputatie en blackpudding is nog zo’n onbestemd gerecht dat vooral wenkbrauwen doet fronsen. Het is nochtans een eerlijke, pure keuken met de nadruk op wild, vis en zuivel en een aantal jonge chefs kookt met veel passie spannende gerechten bij elkaar. Ik ontdekte hoe een bord vol oude tradities met een fikse scheut hedendaagse kookkunst smaakt. Karen Van Winkel (tekst & foto’s) doorkruiste de Schotse hoofdstad en maakte kennis met gekke restaurants, getatoeëerde barmannen en het sappigste taaltje ter wereld.

  • Karen Van Winkel
    Tekst & foto'sKaren Van Winkel

Edinburgh is een stad vol drama dankzij haar unieke stadsindeling, het contrast tussen oud en nieuw, haar geschiedenis vol geesten en saga’s en het gevoel dat Harry Potter zich achter elke hoek verstopt kan hebben. Dat de roemrijke Potter hier aan het brein van J.K.Rowling is ontsproten, hoeft niet te verbazen. De stad vormt de perfecte, magische backdrop voor de verhalen over de leerling-tovenaar. Vanuit verschillende koffiebars pende Rowling het verhaal bij elkaar en de stad vormde ontegensprekelijk een bron van betoverende inspiratie.

Princess Street Gardens

Mocht je in Edinburgh arriveren per trein, dan krijg je meteen de meest dramatische aanblik op de stad. Je bevindt je middenin de lagergelegen Princess Street Gardens die de stad in tweeën splijt. Links zie je het oude gedeelte (Old Town) opdoemen, de befaamde gigantische rots met het indrukwekkende Edinburgh Castle op de top. Het nieuwe Georgiaanse stadsgedeelte ligt aan de rechterkant en is compleet anders van atmosfeer. Het park is de groene long van de stad en is bij mooi weer één grote picknickplek voor de inwoners die op zoek zijn naar een stukje groen.

Old Town

The Royal Mile is de bekendste straat van Schotland en maakt de verbinding tussen Edinburgh Castle en het koninklijke Holyrood Palace. Het is tevens ook de meest toeristische kasseiweg. Het loont de moeite om de 1,6 km eens af te wandelen, maar voor kwalitatief shoppen moet je hier niet zijn. De steegjes aan beide zijden worden ‘closes’ genoemd en sommigen katapulteren je zo terug naar de middeleeuwen. Marie King’s Close is het bekendste steegje, maar ik vond het een teleurstellend en te duur bezoek. Sla gerust over!

De toeristische winkels zijn niet te tellen en ze verkopen allemaal hetzelfde, al koop je hier wel de beste whisky in Cadenhead’s whiskyshop.  Er valt ook zeker goed te eten tussen de tourist traps door.

Afternoon Tea is een traditie die niet stuk te krijgen is en de mooiste zaak om daarvan te genieten is een goed bewaard geheim: The Colonnades at the Signet Library. Een prachtig gerestaureerde privébibliotheek met kamerbreed tapijt, zachte achtergrondmuziek en discrete bediening in modeste kledij. Alles gebeurt hier geruisloos, je hoort alleen af en toe een champagnekurk (zachtjes) knallen. De thee wordt elegant geserveerd in zilveren kannetjes en in de grandeur van deze plek gaat als vanzelf je pinkje omhoog bij het degusteren van de exquise gerechten en een kopje Earl Grey, 'with lemon or milk'.

Dringt zich na een bezoek aan Edinburgh Castle een hongertje op? Stap dan het kleine zaakje Whitehorse Oyster & Seafood eens binnen. De fijnste cocktails, goede wijnen per glas en een selectie oesters om U tegen te zeggen. Tussen 16u en 18u is het oester-happy hour en betaal je 1 pond per stuk. Probeer de vier variëteiten en ontdek de verschillende smaaktoetsen. Het verrassende glaasje rosé bubbels uit Cornwall tilde de smaken naar een hoger niveau. Vriendelijke bediening, de rest van de kaart bestaat uit sharing dishes met een focus op kraakvers seafood.

Een fijne koffieplek vlak bij de Royal Mile is The Milkman, een petieterig zaakje met een kleine koffiekaart, maar van de beste kwaliteit. Heb je een lichte vorm van claustrofobie, zet je dan buiten op het hellende terras met zicht op Warriston's Close met zijn ontelbare trappen die terug naar de Royal Mile leiden. Steek daar over en daal de trappen af naar Victoria Street, de meest gefotografeerde straat van de stad. Dat heeft te maken met de kleurrijke houten gevels waarachter kleine, schattige winkeltjes huizen, maar het was ook dé inspiratiebron voor Diagon Alley in de Harry Potter-boeken. Stap hier zeker een van de vestigingen van de bekende ‘cheesemonger’ I.J Mellis binnen voor een stukje Schotse trots! Aan het einde van de straat beland je op de Grasmarkt waar je ’s avonds over benevelde toeristen struikelt die uit een van de vele pubs strompelen. Al is het overdag een erg fijne plek waar je het schattigste ijswinkeltje ooit vindt, Marie’s Milkbar. Op zaterdagen snuister je hier rond op de markt.

Zit het weer wat tegen, stap dan eens binnen in het gratis National Museum of Scotland, ook voor kinderen een absolute aanrader. Een hele gevarieerde collectie, maar de echte blikvanger is de architectuur die je enkel aan de binnenkant kunt bewonderen. Een heel toegankelijk en speels museum waar je niet stil hoeft te zijn, een verademing. Wil je eens voor veggie of vegan gaan? Hendersons heeft een paar vestigingen waar je al sinds 1962 vegetarisch en vegan eet, een waar instituut dus. Het is het oudste groentenrestaurant van de UK en je eet er voortreffelijk. Kies uit de toog of van de kaart en geef jezelf een schouderklopje, dit is duurzaam eten met de hoofdletter D.

’s Anderendaags ontbijt ik in een van de drie Söderberg bakeries die Edinburgh rijk is. Het was een Zweed die de keten opstartte en dat merk je aan het ruime aanbod waar kaneelbroodjes, oftewel kanelbulle, de ster zijn. De zaken liggen verspreid over de stad. De leukste vond ik Söderberg The Meadows, vlak bij het park met dezelfde naam. Achter de hoek ligt The Pavillions, waar je prima pizza’s eet.

Rond een uur of tien heb ik afgesproken met Andrew van restaurant Timberyard. Een apart concept middenin Old Town. Achter de knalrode deur zit een indrukwekkende oude timmerwerf verscholen die met veel smaak in ere werd hersteld. Alleen wordt hier geen hout meer verwerkt, maar eten van het hoogste niveau. En wat echt bijzonder is: het is een echte family affair. Jongste zoon Jo is de getatoeëerde bartender van dienst. Hij lijkt zo weggelopen uit de reeks Peaky Blinders. Grote broer Ben is de chefkok, zus Ali houdt zich bezig met de events en huwelijken, moeder Lisa is de stuwende kracht in de backoffice en vader Andrew gaat liefst dagelijks foerageren in en rond de stad. Omdat ik dat maar al te interessant vind, heb ik mezelf uitgenodigd om hem te vergezellen op zijn gebruikelijke strooptocht. We rijden dwars door de stad naar The Gallery of Modern Art, een indrukwekkend museum in het groen.

Maar we zijn hier niet voor de kunst, we komen wildplukken. Achter het museum wandel je door het weelderige groen, waarvan het meeste eetbaar is! Al laat ik het plukken aan zijn deskundige handen over. De verhalen over verkeerde pluksels en de gevolgen daarvan zijn hilarisch, maar ik riskeer liever geen maag- en darmproblemen. De wilde look ruik je al van ver, ook de bloempjes zijn eetbaar en smaken delicaat naar look. Van wilde prei had ik nog nooit gehoord maar ook dat valt hier te oogsten en proeft verrassend fris. Hij plukt zakken vol voor de keuken van chef Ben, maar ook voor de bar is hij altijd op zoek naar lekkers uit de natuur. Barman Jo serveert hoegenaamd geen reguliere frisdranken, enkel zelfgemaakte brouwsels met tot de verbeelding sprekende ingrediënten zoals duindoornbes, dennenknopjes, wilde bloemen en lievevrouwebedstro.

Net buiten het drukke centrum botsen we op Arthur’s Seat, een uitgedoofde vulkaan waar je je meteen in de Highlands waant. Een schitterende plek waar we nog brem proeven, jonge dennennaalden oogsten en zuring plukken. Dan reppen we ons terug naar het restaurant, waar Lisa ons opwacht en me met open armen verwelkomt! Jo vertelt me over zijn indrukwekkende, award winning wijnkaart met enkel natuurlijke wijnen. Dat klinkt niet alleen gewaagd, dat is het ook. Het vergt moed om je gasten dranken voor te schotelen die avontuurlijk zijn maar hij is zo overtuigd van zijn aanbod dat je meegaat in zijn verhaal. Ik proef wijn uit Sussex die zo goed bij mijn voorgerecht past dat ik er even stil van word. Op mijn bord een schilderachtig tafereel van scheermesjes met vermouth, kruiden en de wilde prei die ik net met Andrew plukte… ik ben ontroerd. Alles is hier van hoog niveau: de bediening, het eten, de dranken, het interieur, alles klopt. Reserveer ruim op voorhand, het is nodig.

New Town

Compleet anders dan het middeleeuwse Old Town, maar het contrast maakt deze stad net zo aantrekkelijk. Op Princess Street passeer je de ene grote keten na de andere, maar het iconische Balmoral Hotel herstelt het evenwicht enigszins. Het voormalige stationsgebouw herbergt een van de meest statige hotels en in de Palm Court kan je een geweldige afternoon tea nuttigen. Of dineer in een van de andere poepchique restaurants, waaronder eentje met een Michelinster: Number One.

Stockbridge, in het noorden van de stad, heeft meer iets van een dorp in de stad. Artisan Roast Stockbridge serveert goede koffie en voor een frisse pint van de tap is The Bailie Bar een fijne kelderpub. De zondagse Stockbridge Market is gekend voor zijn geweldige aanbod en familiale sfeer. Wandel eens door de residentiële buurten met prachtige Georgiaanse huizen met kelderverdiepingen en felgekleurde voordeuren. Op Calton Hill, een heuvel van zo’n 100m hoogte, ontwaar je ietwat vreemde bouwwerken die van ver aan Athene doen denken. Door geldgebrek zijn ze nooit afgewerkt en ze worden wel eens smalend 'Edinburgh’s disgrace' genoemd. De heuvel biedt rondom de beste vergezichten over de stad en is zeker een wandeling waard. Al was het maar om te pauzeren in The Lookout, een modern bouwsel met zicht op de stad én de Noordzee! Hier kan je ontbijten, lunchen of dineren. De kaart is klassiek met een twist, de bediening attent en het zicht op de kleine open keuken is een leuke extra.

Van dezelfde chef is The Gardener’s Cottage, middenin de stad in een klein park mét moestuintje. Een piepkleine eetgelegenheid met een kleine open keuken en twee lange eettafels. Elke gang wordt door de maître aan tafel voorgesteld, aan papieren menukaarten doen ze hier niet. De keuken staat voor slow, seasonal en sustainable, en dat proef je. Schotland staat bekend voor zijn uitstekende wilde zalm en hier wordt die in de schijnwerpers gezet. De aangepaste wijnen zijn een aanrader! Let vooral ook op de muziek die gespeeld wordt op een ouderwetse platendraaier. Ik hoorde Eric Clapton, Supertramp en de Dire Straits voorbijkomen… absoluut bevorderlijk voor de spijsvertering!

Edinburgh is een stad aan het water, maar dat voel je nergens. Om die kant van de stad te ontdekken trek ik naar Leith, de havenbuurt. Verwacht geen afgelikte kades met schattige winkels of eigenwijze restaurants. Deze buurt is ruig en in volle ontwikkeling om dé uitgaansbuurt van de stad te worden. Ga je te voet, dan passeer je een drukke weg vol tweedehandswinkels en gokkantoren. Maar als je goed zoekt, vind je hier een van de beste koffiehuisjes van de stad: OQO, waar ze een top matcha latte voor me brouwen. The Little Chartroom aan de overkant werd me door Andrew aangeraden voor zijn no-nonsense keuken. De jonge eigenaars koken vol hartstocht in het onooglijke zaakje. Hier komen Schotland en Frankrijk samen in je bord. Neem plaats aan de bar en zie hoe de lekkerste gerechten uit de kleine keuken tevoorschijn komen.

Veelbelovend en authentiek vond ik Nobles, een prachtige bar/pub vol originele elementen. Hier serveren ze zowat het hele arsenaal aan Schotse klassiekers. Denk aan haggis, black pudding en fish & chips, maar ook vegetariërs eten hier hun buikje rond. Kom met grote honger en probeer eens The Nobles Full Scottish Brunch: Stornoway black pudding, haggis, worstjes, spek, tomaten, champignons, bonen, eieren, tattie scone en geroosterd brood voor slechts 12,5 pond. Hele vriendelijke bediening in een van de mooiere Schotse interieurs.

Zin in een cocktail of iets straffers? Het net geopende Nauticus is een prachtige bar. Barman Kyle ziet er Schotser dan Schots uit en heeft de kunst van het shaken danig onder de knie. Hij renoveerde zijn etablissement met zoveel aandacht voor detail dat je je ogen uitkijkt. Bestel alvast een taxi als je nog helemaal terug naar het centrum moet, want de drankjes zijn te lekker om het bij eentje te houden.

Roseleaf Bar & Café is een pub met een hoekje af. Thee is hier een dingetje, maar echt apart zijn de Pot Tails, cocktails geserveerd in een theepot. Vooraan is het een echte bar met een stoere toog, achterin zit je rustiger voor een gezellig familiediner. The Mad Hatter’s Tea Party is een eigenzinnige versie van de Afternoon Tea, hoeden liggen klaar voor als je je eigen exemplaar thuis vergeten bent. Zoals ik al zei: een zaak met een hoek af.

Edinburgh is een stad die je hart steelt. Of het nu door de middeleeuwse vibe komt, of door de hedendaagse keuken: het is waarschijnlijk de unieke mix die van deze stad een geweldige bestemming maakt. Trek je meest comfortabele schoenen aan, stop een paraplu in je tas en wandel de stad op en af. En oh ja, gooi een muntje in de koffer van de doedelzakspelende kerel die je sowieso op The Royal Mile treft. Hij staat daar in alle weersomstandigheden in zijn kilt, zonder iets eronder. Dat verdient op zijn minst een pondje of twee. 

De favoriete culinaire plekjes van Goodbye

Deze reportage werd eerder gepubliceerd in Goodbye #17. Wil je als eerste de knapste reisverhalen lezen? Met een abonnement op Goodbye krijg je vier nummers gratis bezorgd én geniet je van een mooie korting. Een nummer gemist? Haal jouw ontbrekende Goodbye in huis via BOL.com

Volg ons op Instagram

Volg @goodbyemag voor leuke tips en bloedmooie vakantie hotspots!

volg ons

Abonneer voordelig!

  • reisreportages over de mooiste vakantiebestemmingen
  • de knapste logeeradressen en lekkerste adresjes
  • tientallen tips voor een vakantie dichtbij of ver weg

abonneer

Deze website maakt gebruik van verschillende type cookies. Hier vind je meer informatie. Akkoord