Open/Sluit het zoekformulier
Vooraleer ik me samen met mijn vriend voor een weekend naar Den Haag begeef, ken ik de stad vooral als thuisbasis van het Internationaal Strafhof. Niet bepaald sexy, maar hoe zit het met de rest van Nederlands inofficiële hoofdstad? Let me tell you!
Naast het Internationaal Strafhof vind je in Den Haag ook de Nederlandse regering, het parlement en het koningshuis. Dat is bijzonder, want ken jij nog een ander land waar de beslissingen niét in de hoofdstad genomen worden? Dat deze stad de thuisbasis is van de koninklijke familie, merk je duidelijk. Den Haagt ademt royalty, en overal vind je prachtige paleizen, luxueuze landhuizen en indrukwekkende standbeelden. Het Binnenhof was in de dertiende eeuw een groot kasteel. Toen al kon je het gebouwencomplex beschouwen als hét middelpunt van Den Haag, en dat is nu nog steeds het geval. Bovendien is het ook het politieke hart van Nederland. Toch wordt ons al snel duidelijk dat het leven in Den Haag niet zo heftig is als de beslissingen die er dagelijks door premier Mark Rutte en de zijnen genomen worden. De sfeer is er relaxed, met een vleugje joie de vivre. De smalle steegjes doen denken aan Leuven, de hippe adresjes aan Gent en de historische gebouwen aan Brussel. Het beste van onze steden, in één stad. En ook al telt Den Haag zo’n half miljoen inwoners, het voelt eerder aan als een gezellig dorp.
In 1585 was Prins Mauritz van Oranje het eerste lid van de koninklijke familie dat zich in Den Haag vestigde. Meer dan vierhonderd jaar later vertoeven zijn nakomelingen hier nog steeds, in Huis ten Bosch. Het was echter graaf Johan Maurits van Nassau-Siegen, de gouverneur-generaal van Nederlands-Brazilië, die in de 17de eeuw het prachtige Mauritshuis vlak naast het Binnenhof liet bouwen. Al in 1744 werd de schilderijenzaal er geopend voor het publiek, en zo was het allereerste museum van Nederland geboren. Ook vandaag huisvest het Mauritshuis een collectie werken van Hollandse en Vlaamse meesters om u tegen te zeggen. Het bekendste schilderij dat je hier kunt bewonderen? Het meisje met de parel van Johan Vermeer. Net als de Mona Lisa valt ze in het echt iéts kleiner uit, maar toch blijft het een must-see. Ook andere grote namen, zoals Rembrandt en onze eigen Van Dyck, Bruegel en Rubens, worden in het museum getoond. Nog zo’n grandioos museum is Escher in Het Paleis, dat volledig in het teken staat van de Nederlandse kunstenaar M.C. Escher. Die staat vooral bekend om zijn optische illusies. In het museum ontdek je hoe het leven op hem inhakte en welke invloed dat had op zijn werken. Terwijl die in het begin van zijn carrière nog realistisch en zelfs romantisch waren, werden het later geometrische, symmetrische ewan wijlen koningin Wilhelmina en de overgrootmoeder van prinses Beatrix. Het paleis werd gebouwd in 1760 en is een mooi voorbeeld van de royale architectuur van die tijd.
.jpg)
Escher in Het Paleis is gelegen aan de Lange Voorhout. Dat is een brede laan in L-vorm met hoge bomen en grote gebouwen. Het is hier zalig slenteren tussen de chique ambassades en de moderne standbeelden. Iedere zondagochtend vindt hier ook een antiek- en boekenmarkt plaats. De 70 kramen verkopen onder andere meubels, kunstwerken en juwelen. Bezoek je het Escher-museum of de antiekmarkt, dan moét je gewoon een tussenstop maken bij stadsbistro Cottontree City. Je eet er verfijnde gerechten van topniveau voor een prikje, zoals ze dat in Nederland zeggen. Hier geen voor- of hoofdgerechten, alleen maar tussenmaaltijden. Alles wordt er geserveerd in kleine porties, zodat je meerdere smaken tijdens één diner kunt proeven. Wij kozen voor een vijfgangenmenu en lieten ons zeer gewillig verrassen door chef Dimitri, terwijl zijn sympathieke (gast)vrouw Manon ons in de watten legde. Ons favoriete gerecht? De geroosterde gamba’s mat glasnoedels. Heerlijk! Nog zo’n topadres is restaurant Jamey Bennett. Aangezien het centrum van Den Haag niet al te groot is, ligt het vlakbij Cottontree City. Hier doe je aan foodsharing, en dat is ideaal voor eeuwige twijfelaars zoals ik. Minder handig voor diezelfde twijfelaars is de uitgebreide drankkaart. Wie houdt van kwaliteitsvolle gins én wijnen kan hier zijn hart ophalen. Iets meer casual maar minstens even gezellig is Milú. Dé place to be om een snelle hap te eten in een prachtig kader. En dan hebben we het nog niet gehad over het hippe terras.
_%20(1).jpg)
Distilleerderij Museum van Kleef is al sinds 1842 een vaste waarde in Den Haag. Toen was het een van de belangrijkste drankleveranciers van de stad, nu de enige resterende distilleerderij. De likeuren worden niet meer op deze locatie gemaakt - dat vond de burgemeester wegens het hoge ontploffingsgevaar iets te gevaarlijk -, maar nog wél volgens de originele recepten. Ondertussen moet dit het rustigste plekje van Den Haag zijn. De zon schijnt hier nét iets harder, de vogeltjes fluiten luider en de bloemen lijken feller. Dat alles hier met liefde en enthousiasme wordt gedaan, merk je snel. Dat bevestigt ook eigenares Fleur Kruyt (what’s in a name): ‘Wij zijn verantwoordelijk voor de dingen die onze klanten in hun lichaam steken, intiemer dan dat wordt het haast niet.’ Fleur is een échte Haagse die haar klanten graag plaagt, en al zéker als het Belgen zijn. Schrik dus niet als ze je ietwat passief-agressief benadert. ‘Neem het niet persoonlijk’, legt ze ons uit. ‘Hoe brutaler wij Hagenaren zijn, hoe liever we je hebben.’ Begrepen! Wij voelen ons hier meer dan welkom, zeker wanneer de cocktails, jenevers, oesters en tapasplankjes elkaar in sneltempo opvolgen. Hier moet je zijn om helemaal te onthaasten. Of wij na twee dagen Den Haag zo’n vijf kilo dikker en licht beschonken terug huiswaarts keerden? Misschien … Van een geslaagd weekendje gesproken!
Weet je wat misschien nog wel de grootste troef van Den Haag is? De stad ligt vlak aan zee. En geef nu toe, een stad aan het water heeft toch net dat tikkeltje meer hé?! De makkelijkste manier om er te geraken, is tot in Scheveningen fietsen. Je kunt op verschillende plekken in de stad een fiets huren. Vertrek je aan het Maurtishuis, dan sta je op twintig minuutjes fietsen met je voeten in het zand. De route loopt trouwens langs het water en door bossen en parken, geen drukke fietstocht door het stad dus! Eens aangekomen valt vooral de pier met reuzenrad, het kloppende hart van Scheveningen, meteen op. Houd je niet zo van de drukte daar? Loop dan een paar minuutjes de kustlijn af en je merkt dat het al heel snel kalmer en relaxter wordt. Op het strand vind je verschillende hippe cocktailbars en leuke restaurantjes. Wij gingen er lunchen bij Xiringuito, een beachbar waar we de lekkerste toasts met zalm en pulled pork aten, aanrader!
Logeertip
Wij sliepen in het prachtige Hotel Indigo, pal in het centrum van de stad. Binnen is het er uitermate rustig en stil. Het oude bankgebouw werd hip en trendy ingericht met kleurrijke meubels en voelt als thuiskomen. Beneden in de kelder ligt de Gold Bar, hier drink je een aperitief in de voormalige kluis. Het ontbijt is er verzorgd en het personeel bijzonder vriendelijk. Vanaf €115 per nacht. Noordeinde 33, ihg.com
De adressen
Meer info
